22
Een IntelliFlo VF-pomp met IntelliComm II instellen
De IntelliFlo VF-pomp kan, indien gewenst, al haar autonome functies uitvoeren. De pomp kan bijvoorbeeld filtercycli, timerfuncties
1 en 2 en schemafuncties (dagindeling) 3-9 aansturen. Als IntelliComm II de pomp een instructie stuurt wanneer de pomp een
filtercyclus of functies 3-9 uitvoert, krijgt de instructie van IntelliComm II prioriteit, ongeacht het debiet. IntelliComm II zal functies
1 of 2 niet onderbreken of daar voorrang op krijgen.
Opdat de IntelliFlo VF een instructie van IntelliComm II zou aanvaarden, moet de pomp in de modus 'Running' (bedrijfsmodus) zijn.
Om de IntelliFlo VF in de modus 'Running' te plaatsen, drukt u de knop 'Filter mode' in, en vervolgens de knop 'Start/Stop'. De led
boven de knop 'Start/Stop' moet branden, opdat de IntelliFlo VF instructies van de IntelliComm II zou aanvaarden.
In de IntelliFlo VF loopt de standaard cyclustijd voor de filterwerking van 9.00 tot 21.00 uur. Omdat de IntelliFlo VF in de 'Filter mode'
moet staan of cycli moet uitvoeren (led boven de knop 'Start/Stop' brandt), om instructies van IntelliComm II te aanvaarden, zal zij
haar standaard filterschema eerst afwerken. Als u wilt dat de pomp alleen draait wanneer ze instructies van IntelliComm II ontvangt,
programmeer dan de 'Filter mode' van de pomp met dezelfde start- en stoptijden. Programmeer bijvoorbeeld cyclus 1 in het menu
'Filter' om op 09.00 uur te beginnen en om op 21.00 uur te stoppen. Daardoor gaat de pomp haar filtercyclus niet uitvoeren. Dat
doet u op het IntelliFlo-toetsenbord, onder 'Menu', 'Filter'. 'Address 1' is het standaardadres voor de IntelliFlo VF. De IntelliComm II
communiceert alleen met adres 1. De instelling 'Address' van de pomp is het eerste menupunt onder 'Pool Data'.
Het debiet van de IntelliFlo VF programmeren
1.
Druk op de knop 'Menu'.
2.
Druk de pijl omlaag in tot Ext. Ctrl. (External Control verschijnt).
3.
Druk op de knop 'Select' om naar Ext. Ctrl. te gaan ('Program 1' verschijnt).
4.
Druk de knop 'Select' in ('Enabled', 'Activation' verschijnt).
5.
Druk op de pijl omlaag. Programma 1, 7 m³/u GPM, 'Set Flow' (debiet instellen), verschijnt. De pomp draait met het debiet van
programma 1 wanneer PRGM 1 op de elektrische kaart van de IntelliComm II geactiveerd is.
6.
Om die debietwaarde te veranderen, drukt u de knop 'Select' in. Het debiet kan van 3,4 m³/u tot 29,5 m³/u aangepast worden.
7.
De cursor staat op de kolom van de eenheden. Druk op de pijlen links of rechts om de cursor te verplaatsen en op de pijlen
omhoog of omlaag om het cijfer te veranderen.
8.
Druk op de knop 'Enter' om op te slaan.
9.
Druk op de pijl omlaag tot 'Time Delay Stop' (uitgestelde tijdsturing stop) verschijnt. 'Time Delay Stop' wordt gebruikt om de pomp
gedurende een bijkomende tijd nadat de IntelliComm II zijn bedrijfsinstructie uitgeschakeld heeft, nog met de programmasnelheid
te laten draaien. Dat gebeurt vaak om een verwarmingselement af te koelen.
10. Druk op 'Select' om de cursor te markeren, gebruik de pijlen links of rechts om de cursor te verplaatsen en de pijlen omhoog of
omlaag om het cijfer te veranderen.
11. Druk op 'Enter' om op te slaan.
12. Druk op 'Escape' om het menu te verlaten. Op het scherm verschijnt 'Program 1'. Druk op de pijl omlaag om naar 'Program 2' te
gaan en volg dezelfde instructies om de werking te programmeren. Meer informatie over het programmeren van de pomp, vindt
u in de installatie- en startgids van IntelliFlo VF..
Een IntelliFlo VSD instellen
Snelheden 1, 2, 3 en 4 van de IntelliFlo VSD-pomp stemmen overeen met Prgm (programma) 1, 2, 3 en 4 op de elektrische kaart van de
IntelliComm II. Snelheid een op de IntelliFlo VSD programmeren. Druk op de knop 'Speed 1'. Druk op de knop 'Start'. Om de snelheid
van 'Speed 1' te verhogen, drukt u op de pijl omhoog. Elke keer dat de pijl omhoog ingedrukt wordt, neemt het toerental met 10 t/
min toe. De pijl omlaag indrukken, vermindert het toerental met 10 t/min. Wanneer de gewenste snelheid bereikt is, houdt u de knop
'Speed 1' ingedrukt en de nieuwe snelheid wordt opgeslagen. De pomp zal met die nieuwe snelheid draaien wanneer 'Prgm 1' op de
IntelliComm II geactiveerd is. De snelheid kan van 400 t/min tot 3450 t/min ingesteld worden.
Opmerking: als de IntelliFlo VSD-pomp manueel ingeschakeld wordt door een van de knoppen 'Speed' en de knop 'Start' in te
drukken, dan draait ze met de snelheid die ingedrukt was. Bovendien zal de led boven de knop in kwestie branden. Als de pomp dan
van de IntelliCom II de instructie krijgt om met een andere snelheid te draaien, neemt ze die nieuwe snelheid aan en gaat de led
boven de nieuwe snelheid branden. Wanneer de instructie van de IntelliComm afgelopen is, werkt de pomp voort met de manueel
ingestelde snelheid.
Opmerking: als de IntelliComm II de IntelliFlo VSD ingeschakeld heeft en die met een bepaalde snelheid draait, terwijl u met de
snelheidsknoppen op de pomp de pompsnelheid manueel aanpast, dan moet u de pomp nadien manueel uitschakelen. De manueel
ingestelde snelheid wordt dan uitgeschakeld zodat de IntelliComm II de sturing weer kan overnemen en de pomp terug in de
geprogrammeerde snelheid kan schakelen. Als, nadat het toetsenbord bediend is, de pomp niet manueel gestopt wordt door de knop
'Stop' in te drukken, zal de pomp blijven doordraaien nadat de instructie van de IntelliComm II gestopt is.
In tegenstelling tot de VF moet de IntelliFlo VSD niet in de modus 'Running' (bedrijfsmodus) staan om instructies van een IntelliComm
II te aanvaarden. Wel moet de stroomvoeding van de IntelliComm II ingeschakeld zijn (groene led brandt) om instructies te aanvaarden.