PRoBLeeMoPLoSSING
Probleem
De radio schakelt niet in
De radio schakelt uit kort nadat deze
ingeschakeld werd
De batterij herlaadt niet
De radio schakelt in maar kan geen signalen
ontvangen
Er is altijd geluid aanwezig in de ontvangstmodus De monitorfunctie is ingeschakeld.
Het is niet mogelijk om met andere personen
te communiceren
De ontvangst is gefragmenteerd en/of
verstoord
Transmissie is niet altijd mogelijk
VOX veroorzaakt de radio om per ongeluk
een transmissie in te schakelen
De VOX vereist dat men met een luide stem
spreekt
De autonomie van de batterij is beperkt
Logica aanverwante fouten (onleesbare weer-
gegeven symbolen, functies geblokkeerd, enz)
48
Mogelijke oorzaak
De batterij is ontladen en/of werd niet correct geïnstalleerd.
Ontladen batterij.
De batterijlader werd niet correct aangesloten of geïnstal-
leerd.
De installatieplaats is te afgeschermd.
Het volume is te laag
Incorrecte CTCSS of DCS
Er werd een incorrect radiokanaal geselecteerd.
De radio is geïnstalleerd in een afgeschermde plaats of is
te ver verwijderd van de persoon waarmee u aan het com-
municeren bent.
Incorrecte CTCSS of DCS
Het signaal is zeer zwak.
De transmissie-afstand is te groot en/of er zijn obstakels in
het transmissiepad
Andere personen gebruiken hetzelfde kanaal
De radio werd te dicht geïnstalleerd bij apparaten die interfe-
rentie veroorzaken (televisies, computers, enz.)
Het kanaal wordt gebruikt door een buitensporig aantal
personen of de transmissie werd afgesloten omwille van een
druk kanaal.
De gevoeligheid en/of milieu
geluid is te hoog.
De gevoeligheid is te laag
De inwerkingstellingtijd is te hoog.
Een incorrecte instelling veroorzaakt door een probleem met
de voeding.
oplossing
Controleer dat de batterij opgeladen is en correct geïnstal-
leerd werd.
Herlaad de batterij.
Inspecteer de aansluitingen van de batterijlader en de instal-
latie van de batterijen.
Verplaats hem naar een andere plaats.
Pas het volume aan.
Controleer dat de CTCSS tone of DCS code overeenkomen met
deze ingesteld door de personen waarmee u communiceert.
Deactiveer de monitorfunctie.
Selecteer hetzelfde radiokanaal gebruikt door de personen
waarmee u aan het communiceren bent.
Verplaats hem naar een andere plaats.
Controleer dat de CTCSS tone of DCS code overeenkomen
met deze ingesteld door de personen waarmee u com-
municeert.
Probeer om tijdelijk de ruisonderdrukking te deactiveren via
de monitorfunctie.
Verplaats u dichter naar de persoon toe waarmee u aan het
communiceren bent of naar een andere plaats.
Controleer het verkeer op het radiokanaal via de monitor-
functie en selecteer een ander kanaal indien vereist.
Verhoog de afstand tussen de radio en deze apparaten.
Selecteer een ander kanaal. Vraag aan de provider van de
radiolink om het blok te deactiveren omwille van een druk
kanaal.
Reduceer de VOX-gevoeligheid.
Indien het milieugeluid niet hoog is, verhoog de gevoeligheid
of gebruik een optionele microfoon.
Probeer om de transmissietijd te reduceren en/of gebruik
een laag energieniveau.
Herlaad de batterij.