Om veiligheidsredenen moeten benzine
tank en tanksluiting bij beschadiging
worden vervangen.
Gebruik voor het tanken een trechter of
vulbuis zodat geen brandstof op de motor,
de behuizing of het gazon kan lopen.
Verbrandingsgevaar!
De uitlaat en de omgeving van
de uitlaat kunnen tot 80 °C heet
worden. Vervang een beschadigde
uitlaat.
Verander de regelaarinstellingen van de
motor niet.
Laat de verbrandingsmotor nooit in een
gesloten ruimte lopen
- Gevaar voor vergiftiging! -
Onderdelen en toebehoren
Gebruik uitsluitend originele onderdelen en
origineel toebehoren.
Constructie- en uitvoeringswijzigingen
voorbehouden.
Veiligheidsvoorzieningen
Veiligheidsbeugel
Laat de veiligheidsbeugel los bij gevaar. De
motor en de drijvende kracht wordt stilgezet.
De functie van de veiligheidsbeugel mag niet
buiten werking worden gesteld.
Betekenis van de symbolen
op de machine
Lees de
bedieningshandleiding!
Zorg dat omstanders op
afstand blijven!
Trek voor het onderhoud de
stekker los!
De handen en voeten uit
de buurt van het maaimes
houden!
Motorrem loszetten.
528123_i
In deze gebruiksaanwijzing
Gevaar!
Bij het niet in acht nemen
bestaat kans op persoonlijk
letsel.
Montage
Neem bij de montage van de machine de
bijgevoegde aparte montagehandleiding in acht.
Zorg voor het milieu. Afvoer van afval.
Geef het gebruikte apparaat niet met
het huisvuil mee!
De verpakking, het apparaat en de accessoires
zijn van materiaal gemaakt dat hergebruikt kan
worden. Lever uw bijdrage hiervoor.
Ingebruikneming
Neem de machine pas in gebruik wanneer de
montage volledig is uitgevoerd.
i
Het getal dat links van de tekst is afgedrukt
(bijv.
) verwijst naar de afbeeldingen.
1
Neem beslist de meegeleverde bedieningshandlei-
ding van de fabrikant van de benzinemotor in acht.
Voorzie de maaier van olie en benzine voor
het eerste gebruik.
Benzine:
normale loodvrije benzine
Motorolie:
zie de bedieningshandleiding van
de fabrikant van de motor
Benzine tanken: het tankdeksel bevindt zich op
de benzinetank en is voorzien van het symbool
"Benzinepomp" (tankstation).
Olie toevoegen: inhoud ca. 0,6 liter.
Motor zonder oliepeilstok:
vullen tot aan de bovenrand van het
vulaansluitstuk.
Motor met oliepeilstok:
vullen tot aan de markering tussen "FULL" en
"ADD" op de oliepeilstok.
Bij de oliepeilcontrole is de oliepeilstok
vastgeschroefd.
NL
21