Te lang opladen verkort de levensduur van de
accu.
3. Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur
van 10 °C tot 40 °C. Laat een warme accu eerst
afkoelen voordat u deze oplaadt.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
• Zorg ervoor dat het gereedschap is uitgeschakeld en
dat de accu is verwijderd voordat u de werking van het
gereedschap aanpast of controleert.
De accu aanbrengen en verwijderen (zie
afb. 8)
LET OP:
• Schakel het gereedschap altijd uit voordat u de accu
aanbrengt of verwijdert.
• Houd het gereedschap en de accu stevig vast
tijdens het aanbrengen of verwijderen van de accu.
Als u het gereedschap en de accu niet stevig
vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen en
beschadigd raken, of kan persoonlijk letsel worden
veroorzaakt.
Om de accu te verwijderen, drukt u de knoppen aan beide
zijkanten van de accu in en trekt u tegelijkertijd de accu
van het gereedschap af.
Om de accu aan te brengen, houdt u de accu zodanig
vast dat de vorm aan de voorkant van de accu past in de
accuplaatsingsopening, en schuift u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk erin tot u een
klikgeluid hoort.
LET OP:
• Steek de accu altijd zo ver mogelijk in het gereedschap
totdat deze met een klik wordt vergrendeld. Als u dit
niet doet, kan de accu per ongeluk uit het gereedschap
vallen en u of anderen in uw omgeving verwonden.
• Breng de accu niet met kracht aan. Als de accu niet
gemakkelijk erin kan worden geschoven, wordt deze
niet goed aangebracht.
Accubeveiligingssysteem
Het gereedschap is uitgerust met een
accubeveiligingssysteem. Dit systeem schakelt
automatisch de voeding naar de motor uit om de
levensduur van de accu te verlengen.
Het gereedschap zal tijdens gebruik automatisch stoppen
wanneer het gereedschap en/of de accu zich in een van
de volgende omstandigheden bevinden:
• Overbelasting:
Het gereedschap wordt gebruikt op een manier die
ertoe leidt dat een abnormaal hoge stroomsterkte uit
de accu wordt getrokken.
Laat in die situatie de aan/uit-schakelaar van het
gereedschap los en stop het gebruik dat ertoe leidde
dat het gereedschap overbelast werd. Knijp daarna
opnieuw de aan/uit-schakelaar in om het
gereedschap weer in te schakelen.
• Lage accuspanning:
De resterende acculading is te laag en het
gereedschap wordt niet ingeschakeld. Als u de aan/
uit-schakelaar inknijpt, zal de motor weer gaan
draaien, maar spoedig stoppen. Verwijder in die
situatie de accu en laad hem op.
De zaagdiepte instellen (zie afb. 9)
LET OP:
• Zet de klemschroef altijd stevig vast nadat u de
zaagdiepte hebt ingesteld.
Draai de klemschroef van de dieptegeleider los en
beweeg de zool omhoog of omlaag. Zet de zool vast op
de gewenste zaagdiepte door de klemschroef vast te
zetten.
Voor een schonere, veiligere zaagsnede, stelt u de
zaagdiepte zodanig in dat niet meer dan een tandhoogte
door het werkstuk heen steekt. Door de zaagdiepte goed
in te stellen, verkleint u de kans op een potentieel
gevaarlijke TERUGSLAG, en daarmee op persoonlijk
letsel.
Verticaal verstekzagen (zie afb. 10)
Zet de klemschroef van de verstekschaalverdeling aan de
voorkant van de zool van het gereedschap los. Stel de
gewenste verstekhoek in (0° - 45°) door
dienovereenkomstig te kantelen, en draai vervolgens de
klemschroef weer stevig vast.
Zichtlijn (zie afb. 11)
Voor recht zagen lijnt u de positie A op de voorkant van
de zool uit met de zaaglijn. Voor verstekzagen onder een
hoek van 45°, gebruikt u hiervoor positie B.
Aan- en uit-knoppen (zie afb. 12)
LET OP:
• Controleer altijd, voordat u de accu in het gereedschap
steekt, of de aan/uit-schakelaar op de juiste manier
schakelt en weer terugkeert naar de uit-stand nadat
deze is losgelaten.
• Knijp de aan/uit-schakelaar niet hard in zonder de uit-
vergrendeling in te duwen. Hierdoor kan de aan/uit-
schakelaar kapot gaan.
Om te voorkomen dat de aan/uit-schakelaar per ongeluk
wordt bediend, is een uit-vergrendeling aangebracht. Om
het gereedschap te starten, schuift u de uit-vergrendeling
en knijpt u de aan/uit-schakelaar in. Laat de aan/uit-
schakelaar los om het gereedschap te stoppen.
WAARSCHUWING:
• Omwille van uw veiligheid is dit gereedschap uitgerust
met een uit-vergrendeling die voorkomt dat het
gereedschap onbedoeld wordt ingeschakeld. Gebruik
het gereedschap NOOIT wanneer dit draait door
gewoon de aan/uit-schakelaar in te knijpen zonder de
uit-vergrendeling in te duwen. Stuur het gereedschap
voor deugdelijke reparatie terug naar een MAKITA-
servicecentrum ALVORENS het verder te gebruiken.
• U mag NOOIT de uit-vergrendeling met plakband
vastzetten of anderszins de werking en functie ervan te
niet doen.
31