PAS OP!
Gevaar voor brandwonden!
• Houd er rekening mee dat de binnenkanten van de bandenverwarmers
temperaturen van 70°C en meer bereiken. Raak de verwarmde
bandenverwarmers niet aan met uw blote handen; bescherm uzelf met
handschoenen.
AANWIJZING!
Gevaar voor beschadiging
• De bandenverwarmer-set is uitsluitend ontworpen voor het voorverwarmen
van banden voor de motorsport (slicks) van de bovengenoemde afmetingen en
mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt. Elk ander gebruik maakt de
garantie ongeldig en kan tot schade aan personen en eigendommen leiden.
• Zorg er altijd voor dat de motor veilig en betrouwbaar voor en achter is
opgebokt met montageliften die geschikt zijn voor gebruik met de motorfiets
voordat u de bandenverwarmer-set gebruikt. Gemonteerde bandenverwarmers
mogen niet worden belast door het gewicht van het voertuig en mogen de
grond niet raken.
5 | Gebruik
5.1 | Voorbereiding
Bok het voertuig op met een geschikte, voldoende sterke voor- en achter-motorlift, zodat beide ban-
den zich op minstens 5 cm afstand van de grond bevinden. Controleer de luchtdruk in beide banden
aan de hand van de specificaties van de voertuig- of de bandenfabrikant. Kies de juiste bandenver-
warmer voor de voor- en achterwielen.
5.2 | Gebruik
Pak de bandenverwarmer nu vast aan de klittenband en plaats hem op de band zodat het logo zich
aan de bovenkant bevindt. Zorg ervoor dat de bandenverwarmer in het midden op de band staat
en wikkel de klittenband-strip om de velg; draai het wiel langzaam en voorzichtig zodat het van uw
lichaam af beweegt en de bandenverwarmer op het wiel komt. Zorg ervoor dat de bandenverwarmer
niet op het spatbord of andere onderdelen van het voertuig (zoals de vork, de achterbrug, de rem, de
ketting) vast komt te zitten en dat hij gelijkmatig in het midden op de band ligt. Nadat het wiel één
omwenteling is gedraaid, verbindt u beide uiteinden met de klittenband-strip.
Als beide bandenwarmers zijn geïnstalleerd, kunt u ze aansluiten op een geaard stopcontact. Een
oranje controle-led gaat branden en geeft de verwarmingsfase aan. Zodra de weergave groen wordt,
heeft de band de optimale bedrijfstemperatuur van ongeveer 70°C bereikt. De bandenverwarmer
houdt deze temperatuur nu constant, de oranje en groene controle-led's branden afwisselend.
35