1.1
ON/OFF-toets
•
Starten:
Druk op de ON/OFF-toets wanneer de unit uitgeschakeld is.
Het bedrijfs-LED-lampje licht op en de unit wordt ingeschakeld.
•
Stoppen:
Druk op de ON/OFF-toets wanneer de unit ingeschakeld is. De bedrijfs-LED is uit en
bedieningsfuncties zijn uitgeschakeld.
1.2
Toets SLEEP
Druk op de toets SLEEP als u de slaapstand of de energiespaarstand wilt activeren.
1.3
Toets FAN
Selecteer AUTO (AUTO), HIGH (HOOG), MEDIUM (MIDDEL) of LOW (LAAG) voor de
ventilatorsnelheid door op de toets FAN te drukken.
1.4
Toets MODE
Schakel over tussen COOL (KOELEN), HEAT (VERWARMEN), DRY (DROGEN), FAN
(VENTILEREN) door op de toets MODE te drukken.
In de display kunt u zien in welke stand het toestel staat.
1.5
'▲' of '▼' Toets Ingestelde Temperatuur
Druk op de temperatuurtoets en stel de temperatuur van uw keuze in. Wanneer u eenmaal
drukt op de toets '▲' of '▼' verandert de temperatuur met 1 °C [of 1°F].
U kunt de temperatuur instellen in een bereik van 16 °C ~ 30 °C (61 °F ~ 86 °F).
In de ventilatiestand is het niet mogelijk de temperatuur in te stellen.
Als u tegelijkertijd op '▲' en '▼' drukt, verandert de eenheid van temperatuur van °C in °F en
omgekeerd.
1.6
Toets SWING
Druk op de toets SWING als u de functie zwenken lucht wilt activeren.
1.7
Tijdsinstelling
i)
De Real Time-klokinstelling (RTC) uitvoeren
Drukt u één keer op de toets CLOCK dan wordt de RTC-instelstand geactiveerd. Drukt u
nog een keer op de toets CLOCK, dan wordt de RTC-instelstand uitgeschakeld.
In de RTC-instelstand wordt "SET CLOCK" op de LCD getoond en deze tekst knippert
met tussenpozen van 0,5 seconde. U kunt de instelling van RTC en van de Dag wijzigen
door op de toets DAY, HOUR of MINUTE te drukken. Als u verder 15 seconden lang niet
een toets indrukt die met de tijd verband houdt (DAY, HOUR en MINUTE), verlaat de unit
de instelstand CLOCK.
ii)
Programmeerbare timers voor 7 dagen
De unit heeft 3 gebeurtenisfuncties, iedere gebeurtenis heeft een ON TIMER en een
OFF TIMER. Druk op de timer-toets ON TIMER of OFF TIMER en timer-instelstand voor
Gebeurtenis 1 wordt ingeschakeld. Druk weer op deze toets en timer-instelstand voor
Gebeurtenis 2 wordt ingeschakeld. Druk een derde keer op deze toets en timer-instelstand
voor Gebeurtenis 3 (Gebeurtenis handset) wordt ingeschakeld. Een daaropvolgende
toetsdruk maakt dat de unit de timer-instelstand verlaat.
Alle timers worden door een gebeurtenis getriggerd en zij kunnen worden uitgeschakeld
met de ON/OFF-toets en de Uitschakelfuntie.
20