Voorzichtig bij het indraaien van lange schroe-
ven, gevaar van afglijden.
Bij schroeven in de 1e versnelling resp. met
klein toerental werken.
Pas de aanvoer bij het boren aan de boor-
materiaalsterkte aan. Een te grote aanvoer lijdt tot
overbelasting van de motor, tot Te grote aanvoer
leidt tot overbelasting van de motor, tot onzuivere
boorgaten en tot een snel afstompen van de boor.
Nooit bij draaiende motor aan het werktuig grijpen.
Opmerkingen met betrekking tot onderhoud en
reparatie:
De regelmatige reiniging van de machine, vooral
van de boorvoering, is een belangrijke veilig-
heidsfactor. Vóór begin van deze werkzaamhe-
den moet de netsteker worden getrokken.
Er mogen enkel originele MAFELL-reseverdelen
en toebehoren worden toegepast. Anders
bestaat er geen garantieclaim en geen aanspra-
kelijkheid door de fabrikant.
3
Voorbereiden / Instellen
3.1
Netaansluiting
Let voor de ingebruikname erop dat de netspanning
met de op het vermogensplaatje van de machine
vermelde bedrijfsspanning overeenstemmt.
Slechts uitgeschakelde machine aan het voe-
dingsnet aansluiten.
3.2
Werktuigwissel
Vóór de werktuigwissel in ieder
geval de netsteker uit het stopcontat
halen of netkabel-module 7 (pagina
3) door bedienen van de vergrende-
lingstoets 8 uit de handgrendel ver-
wijderen.
Bij de werktuigwissel voorkomt de middelste stand
LOCK aan de draairichtingsomschakelaar 3 een
ongewild bedienen van de schakelaar 1. De middel-
ste stand LOCK aan de versnellingsbakhendel 6
(spindelblokkering) vereenvoudigt de werktuigwis-
sel en de montage of demontage van de boorvoe-
ring. Vóór de montage platte vlakken van boorvoe-
ring en boorspindel reinigen.
4
Bedrijf
4.1
Eerste ingebruikname
Vóór de eerste ingebruikname van de machine dient
er in ieder geval rekening te worden gehouden met
∅
en
de volgende instructies:
Deze gebruiksaanwijzing moet iedere persoon
die met de bediening van de machine is belast,
ter kennisname worden doorgegeven, waarbij
vooral attent dient te worden gemaakt op het
hoofdstuk "Veiligheidsinstructies".
Waarborg dat het werktuig correct is gespannen.
4.2
In- en uitschakelaar
Kort bedrijf
Inschakelen: schakelaar 1 (pagina 3) indrukken.
Uitschakelen: schakelaar loslaten.
Continu bedrijf
Inschakelen: schakelaar 1 en arreteerknop 2 achter-
eenvolgens indrukken. De motor draait zonder druk
op de schakelaar.
Uitschakelen: schakelaar 1 indrukken, tot arreteerknop
2 eruit sprint, dan schakelaar loslaten.
Machine alleen inschakelen als het
gereedschap geen contact met het
werkstuk heeft.
De elektronica voorkomt een starten van de
machine bij netaansluiting met vergrendelde scha-
kelaar 1. Uitschakelen en weer inschakelen.
4.3
Instelling van het toerental
De boormachine is met een transmissie en een elek-
tronische toerentalregeling uitgerust. Het toerental kan
traploos tussen 150 en 2250 min
De ingebouwde elektronica zorgt bij het inschakelen
voor een schokvrije versnelling en regelt bij belasting
het toerental op de vast ingestelde waarde bij.
Het vereist toerental wordt met de versnellingsbakhen-
del 6 (pagina 3) en het stelwiel aan de schakelaar 1
ingesteld.
-32-
worden ingesteld.
-1