Werkmodus S1 (continubedrijf)
De machine kan continu met het opgegeven ver-
mogen worden gebruikt.
Werkmodus S2 (korte-tijdbedrijf)
De machine mag kortstondig met het opgegeven
vermogen worden gebruikt. Daarna moet de
machine een tijdje stilstaan om oververhitting te
voorkomen.
5. Vóór ingebruikneming
5.1. Montage
De draaggreep (2) op de tank schroeven d.m.v.
de set schroeven (9) (fi g. 3).
5.2 Aarding
Voor het afl eiden van statische oplading is een
aarding van de behuizing toegestaan. Te dien ein-
de een kabel aan de ene kant met de aardklem
van de generator (fi g. 4) en aan de andere kant
met een externe massa (b.v. aardstaf) verbinden.
6. Bediening
Aanwijzing! Voor de eerste ingebruikneming dient
u de tank met een benzinemengsel in de meng-
verhouding van 1 tot 40 te vullen. Hiervoor kunt
u de maatbeker gebruiken die zich binnen in de
tank bevindt (fi g. 3b). Het benzinemengsel dient
te worden geschud voordat u het de tank in giet.
•
Brandstofpeil controleren, indien nodig, bij-
vullen.
•
Zorg voor een voldoende ventilatie van het
toestel.
•
Vergewis u er zich van dat de ontstekingska-
bel goed vastzit op de bougie.
•
De onmiddellijke omgeving van de generator
in oogschijn nemen.
•
Eventueel aangesloten elektrisch toestel van
de generator scheiden.
Mengsel
Normale
benzine loodvrij
1:50
Anl_BPG_850_850_1_SPK9.indb 84
Anl_BPG_850_850_1_SPK9.indb 84
tweetakolie
1 l
20 ml
2 l
40 ml
3 l
60 ml
4 l
80 ml
- 84 -
NL
6.1 Motor starten
•
Benzinekraan (8) naar beneden opendraaien.
•
Aan- / uit-schakelaar (5) met sleutel naar
stand „ON" brengen.
•
Chokehendel (4) naar stand
•
De motor met de omkeerstartinrichting (7)
starten door flink aan de hendel te trekken;
mocht de motor niet onmiddellijk starten,
opnieuw aan de hendel trekken.
•
Chokehendel (4) na het starten van de motor
opnieuw terugschuiven.
Waarschuwing!
Bij het starten met de trekkabelstarter kan u
aan de hand een verwonding oplopen door een
plotselinge terugstoot veroorzaakt door de aans-
laande motor. Draag bij het starten veiligheids-
handschoenen.
6.2 Belasten van de generator
•
De aan te drijven toestellen aansluiten op het
230 V ~ stopcontact (6)
Aanwijzing! Dit stopcontact mag permanent (S1)
met 650 W en kortstondig (S2) voor maximaal 5
minuten met 700 W worden belast.
•
De generator is geschikt voor toestellen die
op wisselspanning 230 V ~ draaien.
•
De generator niet aansluiten op een huis-
houdnet; daardoor kan schade aan de gene-
rator of aan andere elektrische toestellen in
het huis worden berokkend.
Aanwijzing! Elektrisch materieel kan soms (motor-
decoupeerzagen, boormachines enz.) een groter
stroomverbruik hebben als het onder verzwaarde
omstandigheden wordt gebruikt.
6.3 Motor afzetten
•
De generator kort onbelast laten draaien
voordat u hem afzet zodat het aggregaat kan
nakoelen.
•
Aan- / uit-schakelaar (5) met sleutel naar
stand „OFF" brengen.
•
Benzinekraan dichtdraaien.
Aanwijzing! De generator is voorzien van een be-
veiliging tegen overbelasting.
Die schakelt het stopcontact (6) uit. Het stopcon-
tact (6) kan opnieuw in gebruik worden genomen
door op de knop (3) van de beveiliging tegen
overbelasting te drukken.
Aanwijzing! Mocht dit geval zich voordoen, ver-
minder dan het elektrische vermogen dat u aan
brengen.
14.05.2018 09:04:31
14.05.2018 09:04:31