3. Draai de laser tot het uiterste naar links (–90 graden positie) en
markeer de straal positie op de tegenoverliggende muur.
4. Draai de laser tot het uiterste naar rechts (+90 graden positie) en
markeer de straal positie op de tegenoverliggende muur.
5. Meet de verticale afstand tussen de laagste markering (A) en de
hoogste markering (B). Als de gemeten waarde groter is dan de
waarden die in Tabel 1 worden getoond, moet de laser worden
nagekeken door een erkend servicecentrum.
NAUWKEURIGHEID CONTROLEREN – HORIZONTALE STRAAL, HELLING
RICHTING (FIG. 6)
Om de horizontale helling kalibratie van de laser te controleren is een
muur nodig van minimaal 9 m (30') lang. Het is belangrijk om een
kalibratie test uit te voeren, waarvan de afstand niet korter is dan de
afstand van de toepassing waarvoor het apparaat gebruikt zal worden.
TABEL 2
Afstand
tussen muren
9,0 m (30')
12,0 m (40')
15,0 m (50')
1. Bevestig de laser aan één van de uiteinden van een muur met
behulp van de draaibeugel.
2. Schakel de horizontale laserstraal in en draai de straal naar
het andere uiteinde van de muur, ongeveer parallel aan de
aangrenzende muur.
3. Markeer het midden van de straal op twee plaatsen (C, D)
minstens 9 m (30') van elkaar verwijderd.
4. Draai de laser naar het andere uiteinde van de muur.
5. Schakel de horizontale laserstraal in en draai de straal naar
het eerste uiteinde van de muur, ongeveer parallel aan de
aangrenzende muur.
6. Pas de hoogte van de laser aan zodat het midden van de straal op
gelijke hoogte is met de dichtstbijzijnde markering (D).
NEDERLANDS
Toelaatbare afstand
tussen markeringen
6,0 mm (1/4")
8,0 mm (5/16")
10,0 mm (13/32")
67