Veeg de ovenruimte na de reiniging grondig droog.
Gebruik het apparaat niet zolang de binnenruimte
nog vochtig is.
VOORZICHTIG!
Hete oppervlakken!
Er bestaat gevaar voor brandwonden door hete opper-
vlakken.
Laat het apparaat vóór het reinigen minimaal 60 mi-
nuten afkoelen.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor letsel!
Er bestaat gevaar voor letsel door brekend glas.
Besproei de hete ovendeur niet met water, omdat
het glas dan kan breken.
LET OP!
Mogelijke beschadiging van het apparaat!
Bij onjuist gebruik kan het apparaat beschadigd raken.
Gebruik op en in de behuizing van het apparaat
geen ruwe of schurende reinigingsmiddelen.
Reinig het apparaat of de accessoires niet in de vaat-
wasser.
9.1. Behuizing reinigen
Gebruik voor de reiniging een vochtige, zachte doek met een oplossing van milde
zeep. Gebruik geen chemische oplos- en reinigingsmiddelen, omdat deze het op-
pervlak en/of de opschriften van het apparaat kunnen beschadigen.
9.2. Ovenruimte reinigen
Reinig de ovenruimte met een zachte, vochtige doek of spons en een beetje af-
wasmiddel.
De verwarmingsstaven kunnen eventueel met een zachte, licht bevochtigde
doek voorzichtig worden afgenomen. Let goed op dat er geen water in de be-
huizing dringt.
84