○
○
○
○
○
○
○
○
○
geuren en damp, de tweede snelheid in normale omstandigheden en de eerste snelheid
om een zuivere lucht te bekomen met een laag verbruik van electrische energie.
Onderhoud en reiniging
Een goed onderhoud garandeerd een goede
werking en een goed rendement. De wijze
waarop het antivetfilter moet worden
onderhouden variëert naargelang het type
van filter en worden hier dan ook gespecifiërd
weergegeven:
Antivetfilter in kunstvezel
(dikte 8/10 mm)
Èèn maal per maand in lauw water en reinig-
ingsmiddel wassen zonder wringen. Het filter
goed laten drogen voor u het terug monteert.
Vervangen na 6 wasbeurten.
Dunne antivetfilter in
kunstvezel
(dikte 1 mm)
Wordt om de 3 maanden vervangen.
Opgepast!
Deze filter mag niet gewassen noch opnieuw
gebruikt worden.
Gemengde antivetfilter
(dunne filter in kunstvezel + filter in metaal)
De dunne filter in kunstvezel wordt om de
drie maanden vervangen en mag niet
gewassen noch opnieuw gebruikt worden. Het filter in metaal wordt één maal per maand
gewassen, in lauw water en reinigingsmiddel, en mag niet geplooid worden. Het filter
laten drogen voor U het terug monteert. Het is aangeraden vòòr de reiniging en de ver-
vanging van de filters, de vermelde instructies te volgen om brandgevaar te vermijden.
Om het antivetfilter te verwijderen moet U het afzuigraster openen en de filterklemmen in
metaaldraad verwijderen (tekening nr. 5).
Filter van actieve vegetale koolstof
(enkel bijgeleverd voor Filtratiedampkappen)
Heeft als functie de geuren in de lucht die haar doordringen op te slorpen en hoeft niet
gewassen te worden, maar gaat wel om de drie maanden vervangen. Om het filter te
vervangen, het afzuig-raster openen en de verbruikte filter verwijderen door de klemdop
los te schroeven (tekening nr. 6). Om de verlichtingslampen te vervangen het afzuigraster
openen en de lampen losschroeven. Gebruik lampen van hetzelfde type en met hetzelfde
vermogen.
BELANGRIJK
De electrische installatie is voorzien van een aard-ing volgens de internationale
veiligheidsnormen. De veiligheidsafstand tussen de kookplaten en de dampkap bedraagt
65 cm. Hou de frituurketels in het oog wanneer U deze gebruikt: overhitte olie is licht
ontvlambaar. Flambeer niet onder de dampkap. De kap mag niet worden aangesloten
aan afvoer-installaties van verbrandingsafval (stoomketels, centrale verwarming, boilers
enz...). Ga voor U de stroomverbinding tot stand brengt na of de netspanning overeenstemt
NL
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
20
○
○
○
○
○
○
○