5.
Houd elektrisch gereedschap vast aan het geïso-
leerde oppervlak van de handgrepen wanneer u
werkt op plaatsen waar het zaaggereedschap
met verborgen bedrading of zijn eigen snoer in
aanraking kan komen. Door contact met onder
spanning staande draden, zullen ook de niet-geïso-
leerde metalen delen van het elektrisch gereed-
schap onder spanning komen te staan zodat de
gebruiker een elektrische schok kan krijgen.
6.
Gebruik bij het schulpen altijd de breedtegelei-
der of de langsgeleider. Hierdoor wordt de nauw-
keurigheid van het zagen vergroot en de kans op
vastlopen van het zaagblad verkleint.
7.
Gebruik altijd zaagbladen met doorngaten van
de juiste afmetingen en vorm (diamand or rond).
Zaagbladen die niet goed passen op de bevesti-
gingsmiddelen van de cirkelzaag, zullen excentrisch
draaien waardoor u de controle over het gereed-
schap verliest.
8.
Gebruik nooit een beschadigde of verkeerde
bouten en ringen om het zaagblad mee te beves-
tigen. De bouten en ringen voor de bevestiging van
het zaagblad zijn speciaal ontworpen voor gebruik
met uw cirkelzaag voor optimale prestaties en veilig
gebruik.
9.
Oorzaken van terugslag en wat de gebruiker
hieraan kan doen:
– Terugslag is een plotselinge reactie op een
bekneld, vastgelopen of niet-uitgelijnd zaagblad,
waardoor de oncontroleerbare cirkelzaag omhoog,
uit het werkstuk en in de richting van de gebruiker
gaat.
– Wanneer het zaagblad bekneld raakt of vastloopt
doordat de zaagsnede naar beneden toe smaller
wordt, vertraagt het zaagblad en komt als reactie
de motor snel omhoog in de richting van de
gebruiker.
– Als het zaagblad gebogen of niet-uitgelijnd raakt in
de zaagsnede, kunnen de tanden aan de achter-
rand van het zaagblad zich in het bovenoppervlak
van het hout vreten, waardoor het zaagblad uit de
zaagsnede klimt en omhoog springt in de richting
van de gebruiker.
Terugslag is het gevolg van misgebruik van de cir-
kelzaag en/of onjuiste gebruiksprocedures of -
omstandigheden, en kan worden voorkomen door
goede voorzorgsmaatregelen te treffen, zoals hier-
onder vermeld:
• Houd de cirkelzaag stevig vast met beide han-
den en houdt uw armen zodanig dat een terug-
slag wordt opgevangen. Plaats uw lichaam
zijwaarts versprongen van het zaagblad en niet
in een rechte lijn erachter. Door terugslag kan de
cirkelzaag achterwaarts springen, maar de kracht
van de terugslag kan met de juiste voorzorgsmaat-
regelen door de gebruiker worden opgevangen.
• Wanneer het zaagblad vastloopt, of wanneer u
om een of andere reden het zagen onder-
breekt, laat u de aan/uit-schakelaar los en
houdt u de cirkelzaag stil in het materiaal tot-
dat het zaagblad volledig tot stilstand is geko-
men. Probeer nooit het zaagblad uit het
werkstuk te halen of de cirkelzaag naar achte-
ren te trekken, terwijl het zaagblad nog draait
omdat hierdoor een terugslag kan optreden.
Onderzoek waarom het zaagblad is vastgelopen
en tref afdoende maatregelen om de oorzaak
ervan op te heffen.
• Wanneer u de cirkelzaag weer inschakelt ter-
wijl het zaagblad in het werkstuk zit, plaatst u
het zaagblad in het midden van de zaagsnede
en controleert u dat de tanden niet in het mate-
riaal grijpen. Als het zaagblad is vastgelopen, kan
wanneer de cirkelzaag wordt ingeschakeld het
zaagblad uit het werkstuk lopen of terugslaan.
• Ondersteun grote platen om de kans te mini-
maliseren dat het zaagblad bekneld raakt of
terugslaat. Grote platen neigen door te zakken
onder hun eigen gewicht. U moet de plaat onder-
steunen aan beide zijranden, vlakbij de zaaglijn en
vlakbij het uiteinde.
• De kans te minimaliseren dat het zaagblad vast-
loopt. Wanneer het noodzakelijk is om tijdens het
zagen de cirkelzaag tot stilstand te brengen op het
werkstuk, moet de cirkelzaag op het grootste deel
rusten terwijl het kleinste deel wordt afgezaagd.
(Fig. B en C)
Om terugslag te voorkomen, ondersteun de
plank of het paneel dichtbij de zaagsnede.
Ondersteun de plank of het paneel niet van de
zaagsnede weg.
Fig. B
Fig. C
25