m
ontage
De FWB-FWP airconditioning- en warmeluchtverwar-
mingsunits, de hoofdschakelaar (IL) en/of de afstandsbe-
diening moeten buiten het bereik van mensen die een bad
of een douche nemen worden geïnstalleerd.
Explosietekening van de unit
Waterlekbak
Warmtewisselaarmodule
Schakelkast
Klemmenstrook
Trillingsdempende isolator
Elektrische motor met 7 snelheden
Ventilatoraandrijving
Rechte luchtkanaalaansluiting
Configuratie van de unit
Met de volgende procedure kunt u de aansluitingen van de warmte -
wisselaar van kant veranderen. (Zie afbeelding 4)
Verwijder de rechte luchtkanaalaansluiting.
Verwijder de lekbak.
Draai de vastzetschroeven (2 aan elke kant + 3 aan de bovenkant en
2 aan het onderste deel) los en verwijder de
warmtewisselaarmodule.
Draai de warmtewisselaarmodule 180° (verticaal) en schroef de
module weer vast op de ventilatormodule.
Verander de positie van de lekbak zodat het uitstekende deel verder
dan de hydraulische aansluitingen uitsteekt en bevestig de lekbak
weer.
Schroef de rechte luchtkanaalaansluiting weer vast op de
warmtewisselaarmodule.
Montage van de unit
Steek de bijgeleverde trillingsdempende isolatoren in de 4 gleuven
voor plafondmontage. Bevestig de standaardunit tegen het plafond of
de muur met minstens 4 van de 8 gleuven;
Voor installatie gebruikt u best M8-schroefstangen, schroef -
n
ankers die het gewicht van de unit kunnen dragen; voorzie in de
positionering van de unit met 3 M8-bouten (2 in het onderste deel
en 1 in het bovenste deel zoals afgebeeld in afbeelding 5) en 2
ringen met een diameter die past voor de gleuf en dan voor het
bevestigen van de unit.
Voor u de borgmoer vastdraait, moet u de hoofdmoer zodanig
vastdraaien dat de unit goed hangt, d.w.z. zodanig dat het
condensaat goed kan worden afgevoerd (zie afbeelding 6).
De juiste helling wordt bereikt door de inlaat naar beneden te
laten aflopen t.o.v. de uitlaat tot een hoogteverschil van ongeveer
10 mm tussen de twee uiteinden. Voer de hydrauli sche
aansluitingen met de warmtewisselaar uit en, voor koel -
toepassingen, met de condensaatafvoer. Gebruik één van de
2 afvoeren van de lekbak die zichtbaar zijn aan de buitenkant van
de zijpanelen van de unit.
Om de unit aan te sluiten op de condensaatafvoerleiding, gebruikt
n
u een rubberslang die u met een metalen klem op de
geselecteerde afvoerpijp (Ø3/8") bevestigt (gebruik de afvoer aan
de kant van de hydraulische aansluitingen).
Om het condensaat beter af te voeren, laat u de afvoerpijp
minstens 30 mm/m aflopen en zorgt u ervoor dat ze over de
volledige lengte vrij is van bochten of verstoppingen.
FWB - FWP
Ventilator-convectoren met kanaalaansluiting
4PW24344-1C
(Zie afbeelding 3)
Enkele voorschriften
Ontlucht de warmtewisselaar, met de pompen stilgelegd, via de
n
luchtkleppen naast de aansluitingen van de warmte wisselaar.
De kanalen, en vooral het uitlaatkanaal, moeten met anti -
n
condenserend materiaal geïsoleerd zijn.
Voorzie een inspectiepaneel naast de apparatuur voor
n
onderhouds- en reinigingswerkzaamheden.
Monteer het bedieningspaneel op de muur. Kies een positie die
n
goed toegankelijk is voor het instellen van de functies en voor het
aflezen van de temperatuur. Vermijd zo goed moge lijk plaatsen
die rechtstreeks aan de zon of rechtstreekse koude of warme
luchtstromingen zijn blootgesteld. Zet geen voorwerpen in de
weg waardoor de temperatuur niet goed kan worden afgelezen.
l
okale Bedrading
Een erkend elektricien moet instaan voor het uitvoeren van
de lokale bedrading en monteren van de onderdelen. Dit
moet overeenkomstig de lokale en nationale voorschriften
gebeuren.
Schakel het toestel uit voordat u de elektrische bedrading uitvoert.
Raadpleeg de overeenkomstige handleiding voor opties.
Controleer of de voeding overeenstemt met de nominale voeding
aangegeven op het typeplaatje van de unit.
Voor elke unit moet een schakelaar (IL) voorzien zijn op de voeding
met een afstand van minstens 3 mm tusen de opencontacten en een
geschikte zekering (F).
Het stroomverbruik is aangegeven op het gegevensplaatje op de unit.
Voer de bedrading zorgvuldig uit afhankelijk van de combinatie unit/
controller in overeenstemming met het juiste bedradingsschema dat
bij elk accessoire wordt meegeleverd.
Om de elektrische aansluitingen tot stand te brengen moet u het
paneel van de schakelkast verwijderen (zie afbeelding 3) voor toegang
tot de klemmenstrook.
De voedingskabels (voeding en besturing) moeten door de
voedingskabelinlaathouders aan de kant van de schakelkast naar de
klemmenstrook worden geleid.
Bedradingsschema's
1afbeelding 8
FWP + controller FWEC3A
2afbeelding 9
FWB + controller FWEC*A + voedingsinterface EPIA6
(FWB08~10)
3afbeelding 10 FWB + controller FWEC*A + master/slave-interface
EPIMSA6
De motoren van de units draaien met 7 snelheden.
De witte draad (WH) is de gemeenschappelijke draad van
de motor. Als de gemeenschappelijke draad niet juist is
aangesloten, zal de motor onherroepelijke schade oplopen.
Bedrading - onderdelentabel
(Zie afbeelding 8, 9, 10)
BK .................... Zwart = maximale snelheid
BU.................... Blauw
BN.................... Bruin
GY ................... Grijs
GN ................... Groen
YE .................... Geel
RD ................... Rood = minimale snelheid
WH ................... Wit = gemeenschappelijke draad
- - - - ................. Bedrading ter plaatse
F ...................... Zekering (lokaal aan te kopen)
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
15