85
4.4 Montagepositie
Standaard levering is positie A
De aansluitkast mag niet naar
beneden wijzen (M, N, O, P)
omdat dan gemakkelijk water
kan binnendringen.
Voor de montage van de
pompen kan de aansluitkast
90° gedraaid worden.
Hiervoor de 4 inbusbouten
van het pomphuis verwijderen
en de motor in de toegelaten
kastpositie draaien.
De afdichting tussen motor
en pomphuis niet verschuiven
of beschadigen.
Na het terugplaatsen
de inbusbouten diagonaal
aandraaien.
nederlands
4. Montage
4.1 Doorspoelen van de installatie (pomp moet uitebouwd zijn)
Om ongewenste bedrijfsonderbrekingen en het niet aanlopen
van de pomp na lange stilstand te voorkomen, verdient het
aanbeveling bij nieuwe of gerenoveerde installaties, na het eerste
opstoken af te tappen, goed door te spoelen en weer te vullen.
4.2 Vorstbeveiliging (voor zover nodig)
Belangrijk: Spoel het leidingnet bijzonder goed door, voor het
antivriesmiddel te doseren. Volg de aanwijzingen die door
de fabrikant gegeven worden inzake mengen en vullen alsmede
de materiaalkeuze van leidingnet.
Water/glycol mengsel tot 50% glycol toegestaan.
Vanaf 10% glycolaandeel de capaciteit en opvoerhoogte
van de pomp overeenkomstig corrigeren.
4.3 Inbouw
Inbouw van de pomp eerst, nadat alle las- en
soldeerwerkzaamheden aan de installatie gereed zijn.
Lekwater op pompmotor, speciaal op de elektronica vermijden.
Het pomphuis spanningsvrij in installatie monteren.
A
E
I
M
B
C
F
G
J
K
N
O
D
H
L
P