KoELMiDDELLEiDiNgEN EN KoELMiDDELVoLuME
7 KOELMIDDELLEIDINGEN EN KOELMIDDELVOLUME
7.1 ALGEMENE OPMERKING VOOR HET WERKEN AAN LEIDINGEN
1 Bereid de koperen leidingen (niet-meegeleverd) voor.
2 Kies leidingen met de juiste diameter en van het juiste
materiaal die voldoende druk verdragen.
3 Kies schone, koperen leidingen. Controleer of zich geen
stof of vocht in de leiding bevindt. Blaas de binnenkant van
de leidingen schoon met zuurstofvrije stikstof om eventueel
stof en ander vreemd materiaal te verwijderen voordat u de
leidingen op elkaar aansluit.
?
O P M E R K I N G
Een systeem zonder vocht of vervuiling door olie levert optimale prestaties
en een optimale levensduur vergeleken met een slecht voorbereid
systeem. Zorg er vooral goed voor dat alle koperen leidingen van binnen
schoon en droog zijn.
!
G E VA A R
De ontwerpdruk van het systeem is 4,15 MPa. De compressiekracht van
de leidingen moet hoger zijn dan 12,45 MPa (3 maal de ontwerpdruk).
!
L E T O P
Plaats een kapje op het uiteinde van de leiding wanneer u de leiding via
een gat in de muur moet plaatsen.
Leg de leidingen niet op de vloer zonder dat u een eindstop of kleefband
over de uiteinden van de leiding hebt aangebracht.
7.2 AANSLUITINGEN KOELMIDDELLEIDINGEN
De DX-interface is ingesteld op te worden aangesloten met een opgetrompte moer (meegeleverd). Houd bij het uitvoeren van het
leidingswerk rekening met de afmetingen in de onderstaande tabellen.
Leidingdiameter
units: mm (inch)
Nominale
Eenheden
diameters
EXV-2.0E2
(1/4)
EXV-(2.5-10.0)E2
(3/8)
?
O P M E R K I N G
•
Aandraaimoment opgetrompte moeren
•
Gebruik altijd twee zeskantsleutels of steeksleutels wanneer u de
opgetromte moeren op de koelmiddelleidingen vastdraait.
•
Een fout tijdens dit proces kan leiden tot schade aan de leidingen of
lekkage van koudemiddel.
177
PMML0293A rev.2 - 08/2016
Als u de leidingen niet binnen een dag kunt installeren maar
daar langer voor nodig hebt, soldeert u de uiteinden van de
leiding dicht en vult u de leiding met zuurstofvrije stikstof via
een Schrader-klep om te voorkomen dat de binnenkant van de
leiding vochtig of vuil wordt.
Gebruik geen isolatiemateriaal dat NH3 bevat, omdat dit het
koper van de leiding kan beschadigen waardoor dit later kan
gaan lekken.
Zorg ervoor dat de koudegasleiding en vloeistofleiding tussen de
binnen- en buitenunit volledig zijn geïsoleerd.
Als ze niet zijn geïsoleerd, zal er in de koelmodus en in erg
vochtige omgevingen dauw verschijnen op het oppervlak van de
leidingen.
Het koudemiddelcircuit en het watercircuit moeten door een
erkend technicus worden geïnstalleerd en geïnspecteerd en
moeten voldoen aan alle relevante Europese en nationale
reglementen.
Diameters van
opgetrompte
Uitwendige
leidingen
diameters
A
Ø +0/-0,4
6,35
9,1
9,53
13,2
Dicht de opening tussen het uitdrijfgat en de koelmiddelleidingen
af met isolatiemateriaal zoals in de volgende afbeelding, nadat u
de koelmiddelleiding heeft aangesloten:
A. Isolering.
B. Koelmiddelleiding
(veldvoeding).
Diameter
Minimumdikte
opgetrompte moer
R410A
B
0,5
17
0,6
22
Aanhaalmoment
(Nm)
20
40
A