A
B
Weergave
Instelling
Stap 1
Stap 2
Weergave
Geen
Instelling
Stap 5
instelling
* Tochtreductie kan voor slechts 1 waaier worden ingesteld.
De instelling wordt alleen ingeschakeld voor de laatst ingestelde
waaier.
Main
Main menu
Maintenance
Initial setting
Service
Main display:
Cursor
Page
F1
F2
F3
F4
Maintenance menu
Auto descending panel
Manual vane angle
3D i-See sensor
Main menu:
Cursor
F1
F2
F3
F4
1 De stand voor handmatige
waaierinstelling activeren
Druk op de toets
.
(Begin deze bediening met
uitgeschakelde schermweergave
op de afstandsbediening.)
"FUNCTION" wordt verlicht en "1"
knippert. (Fig. 3-1)
Druk op de toets
om "2" te
selecteren en druk vervolgens op
de toets
.
2 Het waaiernummer selecteren
(Fig. 3-2)
Druk op de toets
om het
waaiernummer A te selecteren
en druk vervolgens op de toets
.
3 De waaierhoek instellen (Fig. 3-3)
Druk op de toets
om de
waaierhoek B te selecteren.
Richt de draadloze
afstandsbediening op de
ontvanger op de binnenunit en
druk vervolgens op de toets
.
4 Druk op de toets
om de
instellingen te voltooien.
Stap 3
Stap 4
Geen weergave
Tochtreductie
1 Selecteer "Maintenance" (Onder-
houd) in het Main menu (Hoofd-
menu) (raadpleeg pagina 56) en
druk op de toets [SELECTEREN].
2 Selecteer "3D i-See sensor" met de
functietoets [F1] of [F2] en druk op
de toets [SELECTEREN].
3D i-See sensor
Air distribution
Energy saving option
Seasonal airflow
Setting display:
Cursor
F1
F2
F3
F4
Air distribution
M-NET address
Identify unit Check button
Input display:
Address
Check
F1
F2
F3
F4
Air distribution
M-NET address
Auto vane
Direct/Indirect
Direct/Indirect setting
Select:
Cur.
F1
F2
F3
F4
Direct
Koelen
continu naar beneden
Verwarmen
3 Selecteer het gewenste menu met
de functietoets [F1] of [F2] en druk
op de toets [SELECTEREN].
Kies welke methode voor het
regelen van de luchtstroomrichting
moet worden gebruikt wanneer de
luchtstroomrichting op "Auto" is
ingesteld.
sparingsoptie)
Regelt de energiespaarstand al
naar gelang mensen in de ruimte
worden gedetecteerd door de 3D
i-See-sensor.
den luchtstroom)
Wanneer de thermostaat uitgaat,
werken de ventilator en waaiers
overeenkomstig de bedieningsin-
stellingen.
1 Selecteer met de toets [F2] of [F3]
het M-NET-adres voor de units
waarvan de schoepen worden
vastgezet en druk op de toets
[SELECTEREN].
Druk op de functietoets [F4] ter
bevestiging.
Alleen de waaier van de doel-
binnenunit wijst naar beneden.
2 Selecteer het menu met de func-
tietoets [F4].
(Standaard)...
Default (Standaard): De positie van
de waaiers is hetzelfde als tijdens
normale werking.
In de koelstand worden alle waai-
ers in de horizontale luchtstroom-
richting gezet.
In de verwarmingsstand worden
alle waaiers in de neerwaartse
luchtstroomrichting gezet.
Area (Gebied): De waaiers worden in
de neerwaartse luchtstroomrichting
gezet en wijzen in de koelstand naar
gebieden met een hoge vloertempera-
tuur, en in de verwarmingsstand naar
gebieden met een lage vloertempera-
tuur. Voor het overige staan de waaiers
in de horizontale luchtstroomrichting.
Direct/Indirect: De stand van de
waaiers wordt automatisch afge-
stemd op de locaties waar mensen
worden gedetecteerd.
De waaiers werken zoals aange-
geven in de volgende tabel.
Waaierinstelling
Indirect
continu horizontaal
horizontaal
59