·
Tip OK aan om de kalibratie te starten.
Houd u nu aan de aanwijzingen op het displayveld en dompel beide sensoren
·
na elkaar in de gevraagde bufferoplossing. Het apparaat leidt u door een
zogenaamde tweepuntskalibratie. Daarbij wordt het apparaat eerst gekalibreerd
met bufferoplossing 7,00 en daarna met bufferoplossing 4,00 (nooit omgekeerd!).
De temperatuur speelt daarbij geen rol omdat deze door de temperatuursensor
geregistreerd wordt en temperatuurschommelingen dus automatisch
gecompenseerd worden.
·
Als de kalibratie gelukt is, geeft de display „kalibratie OK" aan.
·
Bevestig dit door de OK-toets aan te tippen.
·
Door nu het instellingensymbool aan te tippen verschijnt het waardenoverzicht dat
u over de belangrijkste waarden informeert (hoofdstuk 4).
·
Gooi de gebruikte bufferoplossingen weg, spoel de cuvetten af met kraanwater en
droog ze af met een stuk keukenrol.
Installeer de pH-sensor nu op een zo mogelijk donkere plek in het aquarium waar het
water goed in beweging is. Ten hoogste een 2/3 deel van de lengte van de sensor mag
ondergedompeld zijn. De sensorkap met kabel mag zich in geen geval onder water bevinden.
Met behulp van de bijgevoegde zuignappen kan de temperatuursensor op elke gewenste
plek bevestigd worden. Nu kunnen alle gewenste instelling in het menu (punt 7.1 – 7.13)
uitgevoerd worden.
Ruststand en waardenoverzicht
Wanneer geen waarde ingetoetst wordt, schakelt het apparaat na ca. 30 seconden naar de
ruststand. U ziet dan een druppel en de permanente aanduiding van de pH en temperatuur
op dat moment. Na aantippen van de display verschijnt het waardenoverzicht. Dit informeert
u – zie het hieronder afgebeelde voorbeeld – over de voornaamste processen in verband
met de pH waarde en de aanvoer van CO₂ in uw aquarium:
68