Verwijderen & Plaatsen van het accupack
OPMERKING:
Deze grasmaaier zal alleen werken als
beide accu's zijn gemonteerd. Gebruik
altijd dezelfde twee accu's en laad de
twee accu's op hetzelfde moment op.
Het gebruik van twee verschillende
accu's of van een niet geheel opgeladen
accu betekent dat het apparaat
slechts zal draaien volgens de laagste
gemeenschappelijke parameter.
BEDIENING
Batterij laad indicatie op de machine
Zie bijzonderheden in het gedeelte
ACCUSTATUS
BEANGRIJK
Deze grasmaaier zal alleen werken
als beide accu's zijn gemonteerd.
Gebruik altijd dezelfde twee accu's
en laad de twee accu's op hetzelfde
moment op.
Als u twee accu's met verschillend
vermogen gebruikt, zal de machine
alleen draaien volgens de laagste
gemeenschappelijke noemer.
Starten & Stoppen
Kiezen met de werkmodusknop
ECO modus
Kies de ECO-modus bij alledaags maaien,
bij een maximale grashoogte van 25mm
of minder.
TURBO modus
Stel de knop in op de TURBO-modus bij
het maaien van dicht of te lang gras.
Instellen van de maaihoogte
Indicator vulniveau graszak
Lege status: flap zwevend (a)
Volle status: flap omlaag (b)
Verwijderen/legen van de grasopvangzak
WAARSCHUWING! Controleer
altijd de veiligheidsflap, sluit de
uitlaat voor gebruik. Til nooit de
veiligheidsflap op wanneer de grasmaaier
in gebruik is zonder de grasopvangbak.
Het inzetstuk voor mulchen monteren
Achterafvoer
OPMERKING: Verwijder eerst het
inzetstuk voor mulchen.
Opslag
Snoerloze graasmaaier
BATTERIJ STATUS (ZIE FIG. F)
Druk vóórdat u start of na gebruik de knop in naast
het vermogensindicatielampje op de machine om
de accucapaciteit te controleren. De accucapaciteit
zal automatisch door de accuvermogensindicator
Zie Fig.
worden aangegeven.
E
De indicator controleert en toont de accutoestand als
volgt.
Voor een machine met 2 accupacks met verschillend
vermogen toont het vermogensindicatielampje de
accutoestand van de accu die het minste vermogen
bevat.
Battery power
indicator status
Vijf groene
lampjes branden. (
)
Zie
Twee, drie of vier
Fig. F
groen lampjes
branden.
Er brandt maar
één groen lampje
(
Zie Fig.
Er brandt geen
G1, G2
enkel lampje.
Zie Fig.
Er brandt maar één
H1, H2
lampje tweemaal
per cyclus.
Zie Fig. I
Er brandt maar één
lampje driemaal
per cyclus.
Zie Fig.
Er brandt maar één
J1
lampje viermaal
per cyclus.
MAAITIPS
Zie Fig.
J2
OPMERKING: INSPECTEER DE OPPERVLAKTE
WAAR DE MAAIER GEBRUIKT MOET WORDEN
EN VERWIJDER ALLE STENEN, STOKKEN,
Zie Fig.
DRAAD, BOTTEN EN ANDER AFVAL DAT DOOR
K
HET DRAAIENDE MES WEGGEWORPEN ZOU
KUNNEN WORDEN.
Zie
Fig. L
1. Maai evenwijdig aan hellingen, niet op en neer.
Wees zeer zorgvuldig als u op een helling van richting
Zie Fig.
verandert. Maai geen steile hellingen. Zorg ervoor
M1, M2
dat uw voeten stevig staan.
2. Laat de schakelaar los om de maaier "UIT" te
Accustatus
De twee accu's zijn geheel
opgeladen.
De twee accu's hebben
restvermogen. Hoe meer
lampjes oplichten, hoe meer
accuvermogen.
Minstens één accu is leeg en
moet worden opgeladen.
)
Minstens één accu is niet
geheel geïnstalleerd of de
accu is defect.
Tenminste één accu is te
ver ontladen (raadpleeg de
oplaadstatus van de accu).
Laad de twee accu's tegelijk
op voordat u ze opnieuw
gebruikt of opslaat.
Minstens één accu is heet.
Wacht totdat hij is afgekoeld,
voordat u opnieuw opstart.
Het apparaat is overbelast.
Vergroot de maaihoogte of
duw langzamer.
77
NL