PROBLEMEN OPLOSSEN
Problemen
1. De maaier start niet
als de schakelhendel
wordt bediend.
2. De motor stopt
tijdens het maaien.
3. De maaimachine
werkt maar het
maaien verloopt niet
naar tevredenheid,
of maait niet het hele
gazon.
4. De maaier is
moeilijk te duwen.
80
5. De maaier is
abnormaal luidruchtig
en trilt.
6. LED's van de
acculader branden
niet.
7. De acculader-LED
wordt niet groen.
8. De maaier pakt
het gemaaide gras
niet op.
9. Bij mulchen
zijn snoeisporen
zichtbaar.
Snoerloze graasmaaier
A. Zorg ervoor dat de veiligheidssleutel geïnstalleerd is en correct geplaatst, en dat de
inschakelknop volledig is ingedrukt.
B. Laat de schakelaarhendel los om de maaier uit te zetten. Trek de veiligheidssleutel
uit, keer de maaier om en controleer of het blad vrij kan draaien. Als dat niet zo is,
retourneer dat dan naar een geautoriseerde onderhoudsmechanicus. Het blad moet
vrij kunnen draaien.
C. Is de accu volledig opgeladen? Koppel de oplader aan op de stroomtoevoer en
wacht tot de groene lamp oplicht.
A. Laat de schakelaarhendel los om de maaier uit te zetten. Trek de veiligheidssleutel
uit, keer de maaier om en controleer of het blad vrij kan draaien. Als dat niet zo is,
retourneer dat dan naar een geautoriseerde onderhoudsmechanicus. Het blad moet
vrij kunnen draaien.
B. Verhoog de maaihoogte van de wielen naar de hoogste positie en start de maaier.
C. Is de accu volledig opgeladen? Koppel de oplader aan op de stroomtoevoer en
wacht tot de groene lamp oplicht.
D. Voorkom overbelasting van de maaier. Ga langzamer maaien of verhoog de
maaihoogte. Of doe beide.
A. Is de accu volledig opgeladen? Koppel de oplader aan op de stroomtoevoer en
wacht tot de groene lamp oplicht.
B. Laat de schakelaarhendel los om de maaier uit te zetten. Trek de
veiligheidssleutel uit. Keer de maaier om en controleer: Het blad op scherpte –
houd het blad scherp. Het dek en de uitwerpgoot op blokkades.
C. De aanpassing van de wielhoogte kan te laag zijn ingesteld voor de staat van het
gras. Verhoog de maaihoogte.
A. Verhoog de maaihoogte om de wrijving tussen het dek en het gras te
verminderen. Controleer of de wielen allemaal vrij kunnen draaien.
A. Laat de schakelaarhendel los om de maaier uit te zetten. Trek de
veiligheidssleutel uit. Draai de maaier op zijn kant en controleer het blad om er
zeker van te zijn dat het niet gebogen of beschadigd is. Als het blad beschadigd
is, vervangt u het door een vervangend blad van. Als de onderzijde van het dek
beschadigd is, brengt u de maaier terug naar een geautoriseerd servicecentrum
van.
B. Als er geen zichtbare schade aan het blad is en de maaier blijft trillen: Laat de
schakelaarhendel los om de maaier uit te zetten, trek de veiligheidssleutel uit en
verwijder het blad. Draai het blad 180 graden en bevestig het weer. Als de motor
nog steeds trilt, brengt u de maaier terug naar een geautoriseerd servicecentrum
van.
A. Controleer dat de stekker goed in het stopcontact zit.
B. Vervang de lader
A. De accu moet worden nagekeken. Breng hem naar een geautoriseerd
onderhoudscentrum.
A. Verwijder de mulchplaat als u hem inpakt.
B. De grasopvang zit verstopt. Laat de schakelaarhendel los om de maaier uit te
zetten. Trek de veiligheidssleutel uit. Haal het gemaaide gras uit de grasopvang.
C. Gras wordt teveel weggemaaid. Verhoog de maaihoogte van de wielen zodat het
gras minder kort wordt gemaaid.
D. De zak is vol. Leeg de zak vaker.
A. Het gras wordt te kort gemaaid. Verhoog de maaihoogte van de wielen om de
lengte van het maaisel te reduceren. Maai niet meer dan 1/3 van de totale lengte.
B. Controleer of de bladen scherp zijn. Houd de bladen altijd scherp.
Herstelhandeling
NL