CAN-bus-interface aansluiten
7
CAN-bus-interface aansluiten
I
INSTRUCTIE
De indeling van de OBD-II-stekker vindt u in afb. 6.
Aanvulling bij afb. 5
➤ Controleer voor de montage of de uitgangssignalen die u voor uw voertuig nodig hebt door
de CBI200 beschikbaar kunnen worden gesteld.
Een gedetailleerde voertuiglijst vindt u op:
http://www.dometic.com/CBI200
I
INSTRUCTIE
Verbind de leidingen uitsluitend met de CAN-bus-voertuigleidingen die in de
voertuiglijst zijn aangegeven.
➤ Verbind de witte en de blauwe draad met de CAN-bus-leidingen, zoals beschreven in de
voertuiglijst.
➤ Steek de stekker van de aansluitkabel in de bus van de CAN-bus-interface.
➤ Schakel het contact in.
✓ De statusled geeft de toestand van het systeem aan.
Statusled knippert rood: het voertuig wordt gezocht
Statusled brandt groen: het voertuig werd herkend
U kunt de CAN-bus-interface gebruiken.
Statusled brandt rood: het voertuig werd niet herkend
➤ Controleer of:
– het gewenste voertuig in de voertuiglijst voorhanden is
– de spanningsvoorziening 12 V bedraagt
– de CAN-bus-leidingen correct zijn aangesloten
– de CAN-bus-leidingen op het juiste punt in het voertuig (zie voertuiglijst) worden afgetakt
36
CBI200
NL