ervaring en/of kennis gebruikt te wor-
den, tenzij ze door een voor hun veilig-
heid verantwoordelijke persoon in de
gaten gehouden worden of van hem
aanwijzingen ontvingen hoe het appa-
raat gebruikt moet worden. Kinderen
dienen in de gaten gehouden te worden
om er zeker van te zijn dat ze niet met
het apparaat spelen.
Voorwaarden voor de stabiliteit
Voorzichtig
Voor alle handelingen met of aan het appa-
raat moet de stabiliteit gegarandeerd wor-
den om ongevallen of beschadigingen te
vermijden.
De stabiliteit van het apparaat is gega-
–
randeerd wanneer het op een effen on-
dergrond wordt geplaatst.
Bediening
Beschrijving apparaat
1 Netsnoer met stekker
2 Niveauschakelaar (IQ Level Sensor)
3 Ontluchtingsknop
4 Handgreep
5 Slangaansluiting 1" (25,4 mm) en 1
(31,7 mm)
6 Vlakafdichting
7 Terugslagklep
8 Kabelbinder
Voorbereiding
Voor de inbedrijfname van de pomp moe-
ten de veiligheidsinstructies in elk geval in
acht genomen worden!
Afbeelding
Bij een 1
/
"(31,7 mm) slang moet de
1
4
slangaansluiting vooraf afgezaagd wor-
den.
Afbeelding
Plaats een vlakafdichting in de slan-
gaansluitstuk.
Indien u wilt voorkomen dat water in de
slang of in de pomp na het uitschakelen
terugloopt, dan bevelen wij u het ge-
bruik van de bijbehorende terugslag-
klep. Voor het plaatse van de
terugslagklep moet de vlakafdichting
worden verwijderd. Let op de juiste in-
bouwpositie.
Slangaansluiting op de pomp schroe-
ven
Slang op slangaansluiting schuiven en
met geschikte slangklem bevestigen
Instructie:
Hoe groter de slangdiameter en hoe kleiner
de slanglengte, hoe hoger het pompvermo-
gen.
Afbeelding
Bij werkzaamheden zonder voorfilter de
klapvoetjes uitklappen (alleen SCP
12000).
Voorfilter is verkrijgbaar als extra ac-
cessoire.
Afbeelding
IQ Level Sensor instellen op de ge-
wenste inschakelhoogte.
De IQ Level Sensor kan indien nodig
naar boven uit de geleidingsrail geno-
men en afzonderlijk aangebracht wor-
den.
Afbeelding
Pomp standvast op een vaste onder-
/
"
1
4
grond in de vloeistof opstellen of indom-
pelen door een aan de greep
bevestigde kabel.
Het zuigbereik mag niet volledig of ge-
deeltelijk geblokkeerd worden door ver-
ontreinigingen.
Afbeelding
Bij het opstellen van de pomp moet
erop gelet worden dat de pomp welis-
waar tot de max. indompeldiepte (h1)
van 9 m ondergedompeld kan worden,
maar slechts een max. opvoerhoogte
(h2) van 7 m (SCP 1200) c.q. 8 m (SDP
14000) heeft.
De opvoerhoogte benoemt het hoogte-
verschil tussen de waterspiegel en de
wateruitlaat aan het einde van de slang.
Opdat de pomp zou pompen, moet de
max. opvoerhoogte in acht genomen
NL
– 3
39