Wireless-G-breedbandrouter
Het tabblad Administration (Administratie) - Diagnostics (Diagnostische
gegevens)
Met de diagnostische tests (Ping en Traceroute) kunt u de verbindingen van uw netwerkcomponenten
controleren.
Ping Test (Ping-test). Met de ping-test wordt de status van een verbinding gecontroleerd. Klik op de knop Ping
om het scherm Ping Test (Ping-test) te openen. Voer het adres in van de computer waarvan u de verbinding wilt
testen en geef op hoe vaak u de verbinding wilt testen. Klik vervolgens op de knop Ping. De testresultaten
worden weergegeven in het scherm Ping Test (Ping-test). Klik op de knop Stop (Stoppen) als u het testen wilt
Figuur 5-40: Tabblad Administration (Administratie) -
stoppen. Klik op de knop Clear Log (Logboek wissen) als u het scherm wilt wissen. Klik op de knop Close
Diagnostics (Diagnostische gegevens)
(Sluiten) als u wilt terugkeren naar het scherm Diagnostics (Diagnostische gegevens).
Traceroute Test (Traceroute-test). Als u de prestaties van een verbinding wilt testen, klikt u op de knop
Traceroute. Voer het adres in van de computer waarvan u de verbinding wilt testen en klik op de knop
Traceroute. De testresultaten worden weergegeven in het scherm Traceroute. Klik op de knop Stop (Stoppen) als
u het testen wilt stoppen. Klik op de knop Clear Log (Logboek wissen) als u het scherm wilt wissen. Klik op de
knop Close (Sluiten) als u wilt terugkeren naar het scherm Diagnostics (Diagnostische gegevens).
Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan)
als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt
annuleren.
Figuur 5-41: De Ping-test
Figuur 5-42: De Traceroute-test
Hoofdstuk 5: De Wireless-G-breedbandrouter configureren
37
Het tabblad Administration (Administratie) - Diagnostics (Diagnostische gegevens)