4.2. Elektrische aansluitingen voor aerothermische aanvoer (Schema's A en B)
Indien het aanvoersysteem volledig aerothermisch is aan de hand van enkel AU12 units (zie schema's A en B van de Figuur 3.1)
moeten onderstaande elektrische aansluitingen worden uitgevoerd:
AU12
NTC
Figuur 4.2. Elektrische aansluitingen voor aerothermische aanvoer (Schema's A en B).
4.3. Elektrische
aansluitingen
(Schema's C)
Indien het aanvoersysteem hybride geothermisch-aerothermisch is (zie schema C van de Figuur 3.1) moeten onderstaande
elektrische aansluitingen worden uitgevoerd:
AU12
NTC
Figuur 4.3. Elektrische aansluitingen voor de hybride geothermische-aerothermische aanvoer (Schema C).
Opmerking: Voor installaties die willen voorkomen dat het gebruik van de geventileerde gestopt door 0Vdc signaal kan stroom
onderbreken om hetzelfde signaal DO16, Lon. Als er andere elementen verbonden met dezelfde terminal zoals 3-weg kleppen,
installeer dan een relais om te voorkomen dat conflicten spanning terugkeert.
voor
hybride
geothermische-aerothermische
230 V / 1/N/PE~
86
Handleiding installatie en servicedienst AU12
ecoGEO B/C
PE
N
Lin
Lon
Loff
GND
24Vac
Vout
Com
Sgn
PE
N
L
aanvoer
ecoGEO B/C
PE
N
Lin
Lon
Loff
PE
N
Lin
Lon
Loff
GND
24Vac
Vout
Com
Sgn
PE
N
L