BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Zorg altijd dat de eenheid is uit-
geschakeld en de accu is verwijderd alvorens
de functies op de eenheid af te stellen of te
controleren.
De accu aanbrengen en verwijderen
LET OP:
Schakel de eenheid altijd uit voordat
u de accu aanbrengt of verwijdert.
LET OP:
Houd de eenheid en de accu stevig
vast tijdens het aanbrengen of verwijderen van de
accu. Als u de eenheid en de accu niet stevig vast-
houdt, kunnen deze uit uw handen glippen waardoor
de eenheid of de accu kan worden beschadigd of
persoonlijk letsel kan worden veroorzaakt.
LET OP:
Wanneer de accu wordt aangebracht
of verwijderd, legt u de eenheid op een vlakke en
stabiele ondergrond. Anders kan de accu per onge-
luk vallen en letsel veroorzaken.
1.
Trek aan de hendel en open het deksel van de
accubak.
2.
Druk op de vergrendelknop en vergrendel daarna
het deksel met de vergrendelknop.
► Fig.2: 1. Vergrendelknop 2. Hendel
LET OP:
Verzeker u ervan dat het deksel goed
is vergrendeld met de vergrendelknop. Anders
kan het deksel per ongeluk dicht gaan en letsel
veroorzaken.
3.
Breng de accu's aan.
4.
Til het deksel op om de vergrendelknop te ont-
grendelen en sluit daarna het deksel en vergrendel het
deksel met de hendel.
LET OP:
Verzeker u ervan dat het deksel goed
gesloten en vergrendeld is. Anders kan water of
regen in de accubak binnendringen en een elektri-
sche schok of storing veroorzaken.
KENNISGEVING:
Wanneer deze eenheid wordt
gebruikt met een met een 36V-accugereedschap
of -machine (18 V x 2), brengt u minstens één
accu aan in accupoort 1 of 2 en minstens één
accu in accupoort 3 of 4.
OPMERKING: Deze eenheid schakelt de te gebrui-
ken accu automatisch om tussen de accu's die zijn
aangebracht. De eenheid selecteert de juiste accu
elke keer wanneer het gereedschap of de machine
wordt ingeschakeld.
OPMERKING: Wanneer deze eenheid wordt gebruikt
met een 18V-accugereedschap of -machine, brengt u
minstens één accu aan in één van de accupoorten.
Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk in het gereed-
schap tot u een klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan
de bovenkant van de knop kunt zien, is de accu niet
goed aangebracht.
► Fig.3: 1. Accupoort 2. Accu
Om de accu te verwijderen, verschuift u de knop aan de
voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu
uit de eenheid.
LET OP:
Schuif de accu altijd volledig erin
totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als u
dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit de eenheid
vallen en u of anderen in uw omgeving verwonden.
LET OP:
Breng de accu niet met kracht aan.
Als de accu niet gemakkelijk in het gereedschap
kan worden geschoven, wordt deze niet goed
aangebracht.
De resterende acculading
controleren
Alleen voor accu's met indicatorlampjes
► Fig.4: 1. Indicatorlampjes 2. Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedu-
rende enkele seconden.
Indicatorlampjes
Brandt
OPMERKING: Afhankelijk van de gebruiksomstan-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
OPMERKING: Het eerste (meest linker) indicator-
lampje knippert wanneer het accubeveiligingssys-
teem in werking is getreden.
54 NEDERLANDS
Uit
Knippert
75% tot 100%
Laad de accu
opgetreden in
Resterende
acculading
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
op.
Er kan een
storing zijn
de accu.