NEDERLANDS
Houd toezicht op kinderen om ervoor te zorgen dat
zij niet met het apparaat gaan spelen.
Onderdelen
1. USB-poort 2x
2. USB-kap
3. LED-lampje
4. Stekker voor 12 V-gelijkstroomhulpmiddelen
Bedieningsinstructies
Vereisten voor de stroombron
De voeding moet 12 V gelijkstroom leveren en dient
voor de vereiste stroomvoorziening te kunnen zorgen om de
belasting te regelen.
Waarschuwing! De vermogensomzetter mag alleen
worden aangesloten op accu's met een nominale
uitgangsspanning van 12 volt. Het apparaat werkt niet in
combinatie met een 6 V-accu en wordt blijvend beschadigd
indien het wordt aangesloten op een 24 V-accu.
Aansluiting op een stroombron.
De vermogensomzetter wordt geleverd met een stekker voor
12 V-gelijkstroomhulpmiddelen (4) voor aansluiting op een
gelijkstroombron.
Aansluiting op een stroombron met de stekker voor 12
V-gelijkstroomhulpmiddelen (fig. A-C)
Het puntje van de stekker is positief (+) en het zijcontact is
negatief (-).
Klap de 12V-stekker voor hulpmiddelen open uit de
behuizing van de stick in één van de 5 vooraf ingestelde
posities.
Sluit de vermogensomzetter aan op de stroombron door
de stekker voor 12 V-gelijkstroomhulpmiddelen (4)
stevig in het stopcontact voor hulpmiddelen van een
voertuig of van een andere gelijkstroombron te duwen.
Het groene LED-lampje (3) gaan branden zodra een
goede verbinding tot stand is gebracht.
Open de USB-kap (2) die toegang geeft tot een of beide
USB-poorten (1).
Sluit de USB-aansluiting van de apparatuur waarmee
u wilt werken aan op de USB-poort (1) en gebruik het
apparaat op de normale wijze.
Opmerking: Sommige gegevenskabels die door de
fabrikant van uw mobiele telefoon worden geleverd bieden
geen ondersteuning voor opladen via een standaard
USB-poort. Vraag bij de fabrikant van uw mobiele telefoon
na waar u een geschikte laadkabel kunt aanschaffen.
Opmerking: De twee USB-poorten kunnen tegelijkertijd
worden gebruikt.
20
Waarschuwing! Gebruik het apparaat niet in combinatie
met elektrische systemen met positieve aarding
(bijvoorbeeld in vrij oude voertuigen).
Waarschuwing! Als u met omgekeerde polariteit aansluit,
smelt de zekering en kan de vermogensomzetter blijvend
beschadigd raken.
U kunt de vermogensomzetter zowel gebruiken wanneer de
motor van het voertuig draait als wanneer de motor niet
draait. De vermogensomzetter werkt echter mogelijk niet
terwijl de motor wordt gestart omdat de accuspanning tijdens
het starten aanzienlijk kan dalen.
Waarschuwing! Door losse aansluitingen kunnen draden
oververhit raken en kan de isolatie smelten. Controleer of u
de polariteit niet hebt omgedraaid. Schade door
omgedraaide polariteit wordt niet gedekt door onze garantie.
Beveiligingsfuncties van de vermogensomzetter
Het apparaat houdt toezicht op de volgende mogelijk
gevaarlijke omstandigheden:
Laagspanningsbeveiliging. Deze omstandigheid is
niet schadelijk voor het apparaat maar kan wel de
stroombron beschadigen.
Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld wanneer
de ingangsspanning daalt tot 10,5 +/- 0,5 V
gelijkstroom. De oplader wordt automatisch gereset
wanneer het voltage stijgt tot 11,5 V.
Beveiliging tegen kortsluiting. Door een omgekeerde
polariteit of door kortsluiting kunnen externe of interne
zekeringen smelten en kan onherstelbare schade aan
het apparaat ontstaan. Besteed extra aandacht om voor
een aansluiting met de juiste polariteit te zorgen.
Beveiliging tegen overbelasting. De
vermogensomzetter wordt automatisch uitgeschakeld
wanneer de continue belasting groter is dan het
gemeten wattage. Stel het apparaat terug door de 12V-
gelijkstroomstekker voor hulpmiddelen te verwijderen
en de 12V-gelijkstroomstekker weer in te steken zodra
er geen overbelasting meer is.
Tips voor optimaal gebruik
Voor de beste resultaten dient het apparaat op een vlak en/
of stevig oppervlak te worden geplaatst. Gebruik het
apparaat alleen in locaties die aan de volgende criteria
voldoen:
DROOG - Laat het apparaat niet in contact komen met
water of andere vloeistoffen.
KOEL - De temperatuur van de omgevingslucht moet
tussen 20°C en 40°C liggen. De ideale temperatuur ligt
tussen de 15°C en 25°C. Stel het apparaat, indien
mogelijk, niet bloot aan direct zonlicht.