Descargar Imprimir esta página

Best ISASC 508 Instrucciones Para Instalación Y Uso página 13

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 9
- Boor met behulp van het speciale boorsjabloon de gaten voor de bevestiging aan het plafond op de verticale lijn van
uw kookplaat; neem alle aanwijzingen voor de eindplaatsing van het apparaat in acht. Let erop dat een van de assen
van het sjabloon moet overeenkomen met de as van de bedieningsknoppen van de kap. Bevestig de telescoopstructuur
aan het plafond met de bijgeleverde schroeven en pluggen (Afb. 3); let op aangezien de plaatsing van de structuur
de eindpositie van het apparaat bepaalt: de opening B moet zich in het voorste gedeelte bevinden.
- Regel de hoogte van de telescoopstructuur met de 8 bevestigingsschroeven C (Afb. 4); raadpleeg, om de hoogte
(H) van de telescoopstructuur te bepalen, de maten aangegeven in Afb. 5 en houd er rekening mee dat de afstand
van de kap tot de kookplaat minimaal 650 mm moet zijn.
- Sluit de luchtafvoerbuis aan op de metalen flens (D) in de telescoopstructuur (Afb. 6).
- Neem de flens voorzien van ventiel (E) en monteer deze op de luchtafvoeropening van de kap, door een lichte druk
uit te oefenen (Afb. 7).
- Neem het bovenste gedeelte van de kap (buis met sleuven) en breng dit op de telescoopstructuur aan, met de sleuven
naar beneden gericht (Afb. 8); bevestig aan de telescoopstructuur met 2 schroeven.
- Neem het onderste gedeelte van de kap, open het metalen paneel en verwijder het vetfilter (Afb. 9). Bevestig het
onderste gedeelte van de kap aan het bovenste gedeelte door de 4 pennen (F) in de betreffende gaten te steken en
het geheel vast te zetten met 4 moeren en 4 sluitringen (Afb. 10) door binnen de kap te werken.
- Voer de elektrische aansluiting uit met behulp van de voedingskabel.
Nu is de installatie voltooid; het vetfilter kan weer gemonteerd worden.
Filterende versie:
- Boor met behulp van het speciale boorsjabloon de gaten voor de bevestiging aan het plafond op de verticale lijn van
uw kookplaat; neem alle aanwijzingen voor de eindplaatsing van het apparaat in acht. Let erop dat een van de assen
van het sjabloon moet overeenkomen met de as van de bedieningsknoppen van de kap.
- Scheid de bovenste telescoopstructuur van de onderste door de schroeven (C) en sluitringen te verwijderen (Afb.4)..
- Steek de luchtafbuigplaat (G) in de bovenste telescoopstructuur (Afb. 11).
- Monteer de flens (L) op de afbuigplaat (Afb. 11) en sluit er een flexibele buis op aan door deze vast te zetten met
een metalen riempje (buis en riempje niet bijgeleverd).
- Bevestig de bovenste telescoopstructuur aan het plafond met de bijgeleverde schroeven en pluggen (Afb. 12).
- Breng de onderste telescoopstructuur aan en bevestig deze aan de bovenste structuur met 8 schroeven (C) en
sluitringen (Afb. 13). Let op aangezien de plaatsing van de structuur de eindpositie van het apparaat bepaalt: de opening
B moet zich in het voorste gedeelte bevinden. Regel de hoogte van de telescoopstructuur m.b.v. de 8 bevestigingsschroeven
C (Afb. 13); raadpleeg, om de hoogte (H) van de telescoopstructuur te bepalen, de maten aangegeven in Afb. 5 en
houd er rekening mee dat de afstand van de kap tot de kookplaat minimaal 650 mm moet zijn.
- Sluit de flexibele buis op de metalen flens (D) aan - Afb. 13.
- Neem het bovenste gedeelte van de kap (buis met sleuven) en breng dit op de telescoopstructuur aan, met de sleuven
naar beneden gericht (Afb. 14); bevestig aan de telescoopstructuur met 2 schroeven (M). Bevestig ook de
luchtafbuigplaat met 2 schroeven (N) - Afb. 14.
- Neem het onderste gedeelte van de kap, open het metalen paneel en verwijder het vetfilter (Afb. 9). Bevestig het
onderste gedeelte van de kap aan het bovenste gedeelte door de 4 pennen (F) in de betreffende gaten te steken en
het geheel vast te zetten met 4 moeren en 4 sluitringen (Afb. 10) door binnen de kap te werken.
- Voer de elektrische aansluiting uit met behulp van de voedingskabel.
- Installeer de koolstoffilters: haak ze vast aan de zijkanten van de luchtafbuigplaat en draai ze naar de achterkant
van de kap (Afb.15).
Nu is de installatie voltooid; het vetfilter kan weer gemonteerd worden.
WERKING
Bedieningselementen (Afb. 16):
A) verlichting uit.
B) verlichting aan.
C) Mindert de snelheid van de motor, tot de nulsnelheid wordt bekomen. Indien hij 2" lang wordt ingedrukt wanneer het
Filteralarm actief is, zet hij de UREN-telling terug op nul.
D) Schakelt de motor in (op de laatst gebruikte snelheid) en verhoogt de snelheid van de motor tot de maximale snelheid
wordt bereikt.
E) Activeert/deactiveert de Sensor (AUTOMATISCH of HANDBEDIENING). In de Automatische bediening is de sensor
actief en verschijnt op de Display (L) de letter "A".
L) Display:
- geeft de huidige snelheid weer
- geeft de Automatische bediening weer aan de hand van de letter "A". Indien de snelheid van de motor wordt gewijzigd,
wordt de huidige snelheid 3-maal knipperend weergegeven, waarna opnieuw de letter "A" verschijnt.
- meldt het Filteralarm (motor uitgeschakeld) door het centraal segment 30" lang weer te geven.
FILTERALARM: wordt aangegeven met Uitgeschakelde Motor, gedurende 30":
Na 30u werking, verschijnt op de display het centraal segment; betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd.
Na 120u werking, knippert op de display het centraal segment; betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd en de
koolstoffilters moeten worden vervangen.
Wanneer de vetfilters gereinigd zijn (en/of de koolstoffilters vervangen zijn), wordt tijdens de weergave van het filteralarm

Publicidad

loading