1. XTR B
De Tag-lezer XTR B maakt deel uit van het gamma
FAAC van bedieningsinrichtingen BUS 2easy. Het
gamma omvat ook, bijvoorbeeld, sleutelschakelaars
en toetsenbord (zie catalogus)
XTR B herkent uitsluitend de specifieke Tags FAAC
(zie catalogus). Het is mogelijk om een onbeperkt
aantal Tags te activeren.
Verbinding. XTR B kan verbonden worden met:
- Besturingskaart met BUS 2easy
- Interface BUS-RELAY 2CH
- Interface BUS-RELAY 4CH
Herkent bij de inschakeling XTR B het type ver-
binding.
Hieronder worden de kaarten met BUS 2easy
aangegeven die wel of niet compatibel zijn met
XTR B. Enkele kaarten zijn alleen compatibel wan-
neer de firmware is bijgewerkt naar de aangegeven
versies (FW) of latere (raadpleeg de instructies van
de bijgewerkte kaarten). De kaarten met BUS 2easy
die niet worden vermeld, zijn altijd compatibel.
Compatibele kaarten [revisie]
E045 [eerder dan 1L]
E045 [1L en latere]
E145 [eerder dan 1R]
E145 [1R en latere]
E124 [allen]
E721 [allen]
624BLD [allen]
E680 [allen]
JE275 [allen]
Niet-compatibele kaarten: E700, E720, E024, E
391, E012S, E850.
Werking. De Tag verzend zijn code wanneer deze in
de nabijheid van de lezer gebracht wordt. Wanneer
de lezer een geactiveerde Tag herkent, verzend hij het
commando op de lijn BUS 2easy.
XTR B werkt in de modus ingesteld door middel
van de dip-schakelaars op het apparaat. Mogelijke
keuzes:
- Eénkanaals (XTR B_1CH) de Tag heeft slechts
1 commando
- Tweekanaals (XTR B_1CH) de Tag heeft 2
commando's
Met XTR B_2CH hangt de activering van het eerste
of tweede commando af van de gebruikswijze van
de Tag op de lezer (zie § 5).
De Tag kan gebruikt worden voor het impuls- of
XTR B
aangehouden commando.
!
Deze inrichting kan niet gebruikt worden
als noodstopvoorziening.
Deze inrichting kan niet gebruikt worden
voor het aangehouden commando in de
"dodemans"-werking.
Commando' s . Wanneer XTR B verbonden met de
BUS 2easy van een kaart, worden de commando's
gedefinieerd door de dip-schakelaars op de le-
zer. Wanneer XTR B verbonden met een interface
BUS-RELAY, moeten de relaisuitgangen gekoppeld
worden met de Tags op het moment van opslaan
in het geheugen.
Eerste opslag. Deze procedure is voorbehouden aan
de installateur en moet worden uitgevoerd om de
eerste Tag te activeren en zijn code op de lezer op te
slaan. Het is mogelijk om andere Tags op te slaan
alvorens de procedure af te sluiten.
Alle tijdens de Eerste opslag opgeslagen Tags zijn
Master.
Toevoeging van Tags. Door middel van deze
procedure kunnen na de Eerste opslag verdere Tags
FW
geactiveerd worden.
1.7
Om de toevoeging van Tags te activeren, moet er
3.2
reeds opgeslagen een Tag Master aanwezig zijn in
2.0
de nabijheid van de lezer (zonder deze te hoeven
3.2
demonteren).
3.2
De Tags kunnen als Master of Slave worden toe-
2.9
gevoegd.
2.1
De Tags Slave kunnen niet gebruikt worden voor het
2.1
activeren van de toevoeging van Tags.
2.1
XTR B_A/XTR B_B. Elke Tag verzendt altijd twee af-
zonderlijke codes: A en B. De positie van de jumper
op de lezer bepaalt of de lezer de code A of de code
B herkent. Op deze manier kan een Tag met code A
geactiveerd worden op een eerste systeem en met
code B op een tweede systeem. Bijvoorbeeld: Tag
geactiveerd met code A op XTR B de ingang van het
woningcomplex en met code B op XTR B van een
particuliere ingang.
2
532109 - Rev.A