Waarschuwingen
Deze instructies moeten gelezen en begrepen zijn, voordat het toestel wordt geïnstalleerd en onderhouden. Het symbool
betekent: LET OP! NIET NALEVEN VAN DEZE INSTRUCTIES KAN GEVAAR OPLEVEREN!
Veiligheid
LET OP! HET GAAT HIER OM UW VEILIGHEID. HET NIET NALEVEN VAN DEZE INSTRUCTIES KAN GEVAAR OPLEVEREN
HET PRODUCT W
RBIJ DIT INSTRUCTIEBL D IS BIJGESLOTEN WORDT TOESTEL GENOEMD
1 Het toestel moet worden geïnstalleerd, in werking gesteld en onderhouden door gekwalificeerd technisch personeel in
overeenstemming met de nationale en/of plaatselijke voorschriften.
2 Als het toestel niet correct volgens de instructies in deze handleiding geïnstalleerd, in werking gesteld en onderhouden wordt,
functioneert het mogelijk niet naar behoren en kan het daardoor de gebruiker in gevaar brengen.
3 Het toestel is niet ontworpen om te worden gebruikt door personen (of kinderen) met beperkte geestelijke, lichamelijke en zintuiglijke
vermogens of met onvoldoende ervaring, tenzij zij onder toezicht staan of instructies voor het gebruik van het toestel krijgen van een
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
4 Het is niet toegestaan het toestel voor andere doeleinden te gebruiken dan waarvoor het bestemd is.
5 Dit toestel is niet geschikt voor omgevingen die bestemd zijn voor landbouwgebruik.
6 Bij een eventuele combinatie van het toestel en andere onderdelen van de installatie moet rekening worden gehouden met de
werkingskenmerken van beide apparaten. Een eventuele onjuiste combinatie zou het functioneren van het toestel en/of de installatie
kunnen schaden.
1 LET OP: gevaar voor elektrische schokken. Onderdelen onder spanning.
Sluit de netvoeding af voordat u de elektrische doos van het toestel opent.
2 De bedradingen moeten volgens de regels der kunst worden uitgevoerd en bij aansluiting op het elektriciteitsnet moet de doorsnede
van de kabel minimaal 0,75 mm
3 Vermijd tijdens installatie- of onderhoudswerkzaamheden direct contact met onderdelen die onder spanning staan of potentieel
gevaarlijk zijn.
4 Het toestel moet geïnstalleerd worden in een geschikte ruimte en mag niet worden blootgesteld aan druppels of vochtigheid, direct
zonlicht, weersinvloeden, warmtebronnen of elektromagnetische velden met een hoge intensiteit. Het toestel mag niet worden gebruikt
in gebieden met een risico op explosie of brand.
5 Het toestel moet apart worden aangesloten op een onafhankelijke bipolaire schakelaar. Indien er reparaties nodig zijn aan de apparatuur,
moet eerst de netvoeding worden afgesloten. Gebruik geen toestellen met automatische opstartfunctie, met een timer of die per
ongeluk opnieuw zouden kunnen worden opgestart.
6 Gebruik de juiste automatische beveiligingsinrichtingen die geschikt zijn voor de elektrische kenmerken van het gebied waar het
toestel wordt geïnstalleerd en die voldoen aan de geldende regelgeving.
7 De aarding moet altijd worden uitgevoerd voordat de netvoeding wordt aangesloten. Mocht het noodzakelijk zijn om het toestel te
verwijderen, dan moet de aarding altijd pas worden afgekoppeld nadat de elektriciteitsgeleiders zijn afgekoppeld. Controleer of de
aarding van het gebouw deugdelijk is uitgevoerd volgens de geldende voorschriften.
LAAT DEZE HANDLEIDING TER bESCHIKKING VAN DE GEbRUIKER
HET PRODUCT MOET WORDEN AFGEVOERD IN OVEREENSTEMMING MET DE GELDENDE WETGEVING
zijn.
2
2