BIJZONDERE PROCEDURES
Eerste plaatsing van de batterijen in de servomotor/ servomotor nog niet met de regelaar gekoppeld
Na de eerste plaatsing van de batterijen knippert de led van de servomotor 2 maal. De led blijft elke 2 minuten 2 maal knipperen om te signaleren dat de koppeling met de regelaar nog
niet is uitgevoerd.
Controle van het communicatieniveau tussen de servomotor en de regelaar
De regelaar moet ingeschakeld zijn en goed werken, de servomotor moet correct aan de regelaar zijn gekoppeld. Raak 2 seconden tegelijk twee kruislings geplaatste toetsen op de
servomotor aan (bijvoorbeeld de toets linksonder en de toets rechtsboven). Meteen na het loslaten kan het volgende worden gecontroleerd via de signaalled:
- de led knippert 4 maal het communicatieniveau is OPTIMAAL
- de led knippert 3 maal het communicatieniveau is GOED
- de led knippert 2 maal het communicatieniveau is VOLDOENDE
- de led gaat 2 seconden branden, dit betekent dat de servomotor geen enkel signaal van de regelaar heeft ontvangen. Ga in dat geval na of een signaalversterker moet worden geïnstalleerd.
Handmatige opening of sluiting van de servomotor
Selecteer op de regelaar: MENU-INSTALLATIE-ZONES BEHEREN- ZONE WIJZIGEN- [kies de zone die met de servomotor overeenstemt]-TEST-OPEN/GESLOTEN.
Raak bij de aanvraag op het display tegelijk twee kruislings geplaatste toetsen op de servomotor gedurende 2 seconden aan. Meteen na het loslaten kan het volgende worden
gecontroleerd via de signaalled:
- de led gaat 1 seconde branden, de bediening is niet ontvangen. De servomotor voert niets uit.
- de led knippert elke 0,5 seconde, de bediening is ontvangen; de led blijft knipperen gedurende de hele inschakelperiode van de motor. De servomotor voert een complete opening (of
sluiting) uit. Het is aanbevolen om de werkzaamheid uit te voeren als de servomotor op het ventiel is gemonteerd.
RESET naar de fabrieksinstellingen van de servomotor
De servomotor kan terug worden gesteld op de fabrieksinstellingen. In dat geval gaat de koppeling met de regelaar onherstelbaar verloren. Het is aanbevolen om deze handeling alleen
uit te voeren als dat strikt noodzakelijk is. Na deze handeling moet ook de koppeling servomotor-regelaar worden gewist met de functie in het MENU INSTALLATIE op de regelaar.
Raak gedurende 2 seconden tegelijk de twee toetsen onderaan op de servomotor aan (d.w.z. de toetsen onder het opschrift Caleffi). De led servomotor knippert gedurende 4 seconden tijdens
welke tegelijk de 2 toetsen aan de hoge zijde op de servomotor ingedrukt moeten worden gehouden. De motor gaat naar de volledig geopende stand en het identificatienummer van de regelaar
waarmee hij was gekoppeld wordt gewist. De led servomotor gaat 2 seconden branden. De servomotor heeft de status 'batterijen geplaatst, maar servomotor NIET aan een regelaar gekoppeld'.
STORINGEN
Bij storingen verschijnt in het hoofdscherm een veld met het symbool
. Als het symbool is geselecteerd en op de toets OK is gedrukt, kunnen in de volgende schermen de
aanwezige storingen worden weergegeven. Een aanwezige storing wordt ook aangegeven in het standby-scherm dat normaal een scherm is met de aanduiding van de tijd en het witte
logo van Caleffi; bij een storing zijn de tekens rood.
Lege batterijen - vervanging
Als het laadniveau van de batterijen van een servomotor onvoldoende is
voor de normale werking, dan wordt het probleem gesignaleerd met het symbool
op het
display van de regelaar. De led van de servomotor knippert drie maal elke tien minuten. De
servomotor gaat automatisch in de geopende stand staan=50%. De vervanging van de
batterijen leidt niet tot het verlies van de koppeling met de regelaar. Ga
als volgt te werk om de batterijen te vervangen:
1) Neem de afdekking van de bediening weg door met de punt van een pen tegen de vierkante
blokkeerpen te duwen. Trek de afdekking in de richting van de pijl.
2) Plaats de twee AA-batterijen 1,5 V volgens de juiste polariteit. De led op de
servomotor knippert twee maal één seconde. Sluit de afdekking weer.
Communicatieverlies tussen servomotor (of ander apparaat op radiogolven) en regelaar.
Als de servomotor de communicatie met de regelaar langer dan 40 minuten verliest, wordt het probleem op het display gesignaleerd met het symbool
. Als het symbool
geselecteerd wordt, toont het display de informatie over welke servomotor de communicatie heeft verloren. Aan elke servomotor wordt een nummer van 1 tot 4 toegekend die
overeenstemt met de volgorde waarmee ze aan de regelaar zijn gekoppeld. Om de regeling van de ruimtetemperatuur hoe dan ook te garanderen, werkt de servomotor met een vast
setpoint van 20°C met behulp van de interne temperatuursensor. Controleer of de apparaten onbeschadigd zijn, of het bereik van het radiosignaal voldoende is (zie de testfunctie), of de
batterijen van de servomotoren geladen zijn, of de temperatuursensor correct is verlicht (en of deze dus voldoende geladen is voor de signaaloverdracht).
Het display van de regelaar is uit
Controleer of de regelaar elektrisch gevoed wordt en of de voedingsunit correct is aangesloten (correcte polariteit). Indien deze controles een negatief resultaat opleveren, dient u contact op te
nemen met de klantenservice van Caleffi.
De temperatuur van de kamer is anders dan de ingestelde setpoint
Om de observatie uit te voeren moet een redelijke periode gewacht worden vanaf de instelling van de setpoint. Controleer of de verwarmingsketel normaal werkt en of de servomotoren
van het radiatorventiel correct werken. Controleer of de gemeten temperatuurwaarde uitgelijnd is met die van de ruimte met de functie 'INFO'. Controleer of de ruimtetemperatuursensor
(indien geïnstalleerd) goed geplaatst is en of deze niet aan direct licht is blootgesteld (waardoor de gemeten temperatuurwaarde vervalst wordt). Als deze niet aanwezig is, bedenk dan of
het goed is om een ruimtetemperatuursensor te plaatsen. Indien deze controles een negatief resultaat opleveren, dient u contact op te nemen met de klantenservice van Caleffi.
22