1. Gebruiksdoel
HF.EA.8677 / HF.EA.11442 / HF.EA.17447 / HF.EA.11570 / HF.EA.15575 / HF.EA.17448 / HF.EA.8473 /
HF.EA.23866 / HF.EA.24139
Het apparaat dient voor mechanische ontluchting van kasten. De afgevoerde lucht komt niet in aanraking met
stroomgeleidende of metalen, blanke onderdelen. Het apparaat is daardoor geschikt om kasten af te zuigen die in
EN 14470-1 en deel 2 gedefinieerd zijn.
Ventilatie-opzetunit: RL 94/9/EG (ATEX) und RL 73/23/EWG
II 3/- G c llC T4
2. Montage
HF.EA.8677 / HF.EA.11442 / HF.EA.17447
De ventilatie-opzetunit met de onderkant op de gemonteerde afvoer-aansluitflens van de kast plaatsen. Verbind de
afvoeraan-sluitflens vakkundig met de afvoerlucht-leiding aan de bouwzijde. De afgevoerde lucht uit de brandvei-
ligheidsopslagkast kan òf in een daartoe geschikte ventilatievoorziening gestoken worden òf moet op een onge-
vaarlijke plaats naar de buitenlucht afgevoerd worden. ATTENTIE: kunststof afzuigmoffen alleen toe te passen
op kastmodellen VBFA/VBFT/VBF van de 196er-bouwserie.
HF.EA.11570 / HF.EA.15575 / HF.EA.17448 / HF.EA.23866 / HF.EA.24139
Verzeker dat alle onderdelen conform de bijgevoegde paklijst voorhanden zijn
Wandconsoles: Monteer de beide driehoekige onderdelen uit staalplaat aan de zijkant met telkens drie schroeven
op de behuizing van de afzuigventilator.
Keuze van de montageplaats: Zoek een plaats boven of naast de kast met gevaarlijke stoffen, zo dicht mogelijk
aan de afzuigmof van de kast.
Wandmontage: Boor de nodige gaten in de wand, verwijder het boorsel en steek de kunststof plug erin. Bevestig
het ventilatieopzetstuk met de bijgevoegde schroeven op de wand.
HF.EA.8473
1. Bijgeleverde hoeken aan de zijkant op de ventilatiemodule schroeven.
2. De ventilatiemodule met de aanzuigopening op de luchtafvoerstomp van de onderbouwkast steken en waterpas
uitlijnen.
3. De positie van de gaten, die op de hoeken zijn vastgelegd, markeren op de achterkant van de onderbouwkast.De
gemarkeerde gaten licht aanboren met een kleine houtboor. Daarna de ventilatiemodule met de hoekenovere-
enkomstig positioneren en de hoeken op de achterkant bevestigen met de bijgeleverde houtschroeven
4. Verbind de luchtafvoerstomp (Ø 75 mm) met de ventilatiemodule met een afzuigleiding ter plaatse. Neem in
acht dat de verbinding algemeen elastisch moet worden uitgevoerd.
5. Steek de netstekker in een reglementair geaarde veiligheidscontactdoos. (Informatie: De aangezette netkabel
heeft een lengte van ca. 3 m.)
3. Apparaat in bedrijf nemen
Steek de netstekker in een volgens voorschrift geaarde veiligheidscontactdoos.
Tuimelschakelaar op AAN zetten.
4. Afzuigcontrole
HF.EA.11442 / HF.EA.15575 / HF.EA.17447 / HF.EA.17448 / HF.EA.23866 / HF.EA.24139
De flow bewaking met geïntegreerde drukknop meldt bij het uitvallen van de afzuiging de storing in de werking,
door het groene controlelampje in geval van storing uit te doen
5. Aansluitingen / reparaties
Ontluchtingsaansluitingen en reparaties aan de ventilatie-opzetunit mogen alleen door hiervoor opgeleide vak-
mensen worden uitgevoerd. In geval van schade dient het apparaat door de producent te worden gerepareerd of
vervangen.
6