3. Storingen en ontoelaatbare
belastingen
Zodra wordt vermoed dat het apparaat niet meer
de gewenste veiligheid biedt, moet het apparaat
buiten bedrijf worden gesteld en onmiddellijk uit
het Ex-bereik worden verwijderd.
Met passende maatregelen moet worden voor-
komen dat het apparaat per ongeluk weer in
gebruik wordt genomen.
Wij raden u aan het apparaat ter controle naar
de fabrikant te sturen.
De veiligheid van het apparaat kan onder meer
verstoord zijn als:
- de behuizing zichtbaar beschadigd is.
- het apparaat aan onoordeelkundige
belastingen is blootgesteld.
- het apparaat onoordeelkundig is opgeslagen.
- het apparaat transportschade heeft
opgelopen.
- de opschriften op het apparaat
onleesbaar zijn.
- het apparaat niet goed functioneert.
- de toegestane grenswaarden zijn
overschreden.
48