Vetus DWSC04212 Instrucciones De Instalación página 5

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 18
5 Winterklaar maken
De tank, leidingen, pomp e.d. dienen te allen tijde afgetapt te wor-
den.
5.1 Aftappen van het waterdruksysteem
• Open een tappunt (kraan) zodat de pomp draaien; laat de pomp
nog ca. 30 seconden draaien nadat de tank leeg is.
• Schakel de spanning naar de pomp uit.
5.2 Antivries
Breng nooit antivries in de tank of andere delen van het drinkwater-
systeem om het tegen bevriezing te beschermen, tenzij een veilige
niet-giftige antivries voor drinkwater beschikbaar is. De meeste soor-
ten antivries zijn zeer giftig!
Spoel het drinkwatersysteem grondig door aan het begin van het zo-
merseizoen, indien een niet-giftige antivries voor drinkwater is toe-
gepast om het system gedurende de winter te beschermen.
7 Storing zoeken
Probleem
Motor draait, maar er stroomt
geen water.
Motor draait niet.
Pomp blijft draaien nadat alle
kranen gesloten zijn.
Pomp schakelt in en uit terwijl
de kraan dicht is.
Lage pompcapaciteit of druk.
Pomp lekt.
Luidruchtige of rauwe werking.
DWSC Drinking water tank systems 42, 61, 88 and 120 litres
Schakel de spanning uit en tap het systeem af alvorens aan de pomp te werken!
Mogelijke oorzaal
Lege watertank
Verstopte aanzuigleiding of persleiding.
Filter verstopt met vuil.
Lek in aanzuigleiding.
Geen spanning op het pomp circuit.
Losse of gecorrodeerde elektrische verbindingen.
Kortsluiting in de bedrading.
Thermische beveiliging motor geactiveerd (motor
is te heet).
Defecte motor.
Defecte drukschakelaar.
Vast gelopen aandrijving.
Lege watertank.
Lek in het systeem.
Defecte drukschakelaar.
Onjuiste spanning.
Lucht in het systeem.
Lek in persleiding.
Vuil in inlaatfilter.
Versleten nokkenplaat
Versleten membraan.
Verstopte aanzuigleiding of persleiding.
Lek in inlaat.
Defecte drukschakelaar.
Onjuiste spanning.
Losse bevestigingsmiddelen.
Pomp afdichting verteerd.
Lek in membraan.
Pompdeel is los.
Pomp aangesloten met pijp.
6 Onderhoud
Controleer regelmatig de ontluchtingsnippel en reinig de zeef van de
ontluchtingsnippel indien noodzakelijk. Controleer jaarlijks de slan-
gen en slangverbindingen op mogelijke lekkage en monteer nieuwe
slangen en/of slangklemmen indien noodzakelijk.
Controleer tevens de tank op beschadigingen ten gevolge van scha-
vielen. Vervang een beschadigde tank onmiddellijk.
Voer aan het begin van het vaarseizoen de onder 'Gebruik' genoem-
de ontsmettingsprocedures uit.
Een sterk met alg verontreinigde tank en installatie kan worden ge-
reinigd door de tank, de pomp en de leidingen met chloor door te
spoelen.
W
aarschuWing
Oplossing
Vul tank of schakel de spanning naar de pomp uit.
Verwijder verstopping
Reinig filter.
Zet de slangklemmen vast en controleer fitwerk.
Controleer bedrading, zekering of circuit breaker.
Controleer de elektrische verbindingen.
Controleer de bedrading.
Wacht tot een automatische reset plaats vindt.
Vervang pomp.
Vervang drukschakelaareenheid.
Vervang pomp.
Hervul.
Zet slangklemmen en fittingen vast.
Vervang drukschakelaareenheid.
Controleer spanning (± 10 %).
Open kraan, zo dicht mogelijk bij de pomp.
Controleer fitwerk op lekkage.
Verwijder deksel en reinig filter.
Vervang pomp.
Vervang pomp.
Verwijder verstopping
Zet slangklemmen en fittingen vast.
Vervang drukschakelaareenheid.
Controleer spanning (± 10 %).
Zet bevestigingsmiddelen vast.
Vervang pomp.
Vervang pomp.
Zet vast.
Sluit de pomp aan met flexibele leiding.
NEDERLANDS
5
050407.01

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido