53
4) Gebruik en onderhoud van elektrisch gereedschap
a)
Oefen geen kracht uit op het gereedschap.
Gebruik
het juiste gereedschap
toepassing. Het juiste gereedschap zal het werk
beter en veiliger doen als u het gebruikt op de wijze
waarvoor het is ontworpen.
b)
Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan
de schakelaar het niet kan in- of uitschakelen.
Elk elektrisch gereedschap dat niet kan worden
bediend met de schakelaar is gevaarlijk en dient te
worden gerepareerd.
c)
Trek de stekker uit het stopcontact en/of neem
de accu uit, als deze uitneembaar is, voor u
aanpassingen uitvoert, accessoires wisselt of
het
gereedschap
veiligheidsmaatregel vermindert het risico dat u het
elektrisch gereedschap per ongeluk start.
d)
Berg elektrisch gereedschap dat niet gebruikt
wordt, buiten het bereik van kinderen op en laat
niemand van het gereedschap gebruik maken
zonder dat deze persoon bekend is met het
gereedschap of deze instructies. Elektrisch
gereedschap is gevaarlijk in de handen van
ongeoefende gebruikers.
e)
Onderhoud
elektrisch
accessoires goed. Controleer het op verkeerde
uitlijning of het aanlopen van bewegende
onderdelen, breuk van onderdelen en andere
zaken die gevolgen kunnen hebben voor de
werking van het elektrisch gereedschap. Laat het
elektrisch gereedschap, als het is beschadigd,
repareren voordat u het weer gebruikt. Veel
ongelukken zijn het gevolg van het gebruik van
elektrisch gereedschap dat slecht is onderhouden.
f)
Houd snijwerktuigen scherp en schoon. Goed
onderhouden snijwerktuigen met scherpe kanten
zullen minder gauw vastlopen en zijn eenvoudiger te
bedienen.
g)
Gebruik
het
accessoires en boortjes, enz. volgens deze
instructies en houd daarbij rekening met de
werkomstandigheden en de uit te voeren
werkzaamheden. Gebruik van het elektrisch
gereedschap voor andere werkzaamheden dan
waarvoor het is bedoeld, kan leiden tot een
gevaarlijke situatie.
h)
Houd handgrepen en oppervlakken die u
vastpakt, droog, schoon en vrij van olie en vet.
Gladde handgrepen en oppervlakken maken het
onmogelijk het gereedschap veilig te hanteren en
onder controle te houden in onverwachte situaties.
5) Onderhoud
a)
Laat uw elektrisch gereedschap onderhouden
door een gekwalificeerd technicus die alleen
identieke vervangende onderdelen gebruikt. Dit
zal ervoor zorgen dat de veiligheid van uw
gereedschap blijft gehandhaafd.
Veiligheidswaarschuwingen diamantboor
Draag altijd een
Draag altijd
veiligheidsbril
veiligheidshandschoenen
Draag altijd
Draag altijd een
veiligheidsschoenen
stofmasker
Wanneer u boorwerkzaamheden uitvoert waarbij
a)
water moet worden gebruikt, leid het water dan
weg bij het werkgebied van de gebruiker of
gebruik een toestel voor het opvangen van
vloeistof. Dergelijke voorzorgsmaatregelen houden
het werkgebied van de gebruiker droog en beperken
het risico van een elektrische schok.
07.2020
voor uw
opbergt.
Een
dergelijke
gereedschap
en
elektrisch
gereedschap,
Gebruik altijd
gehoorbescherming.
Nederlands
Houd bij het werken het elektrisch gereedschap
b)
vast aan de geïsoleerde greepoppervlakken,
wanneer u werkzaamheden uitvoert waarbij het
booraccessoire in aanraking kan komen met
verborgen bedrading of het eigen snoer. Een
booraccessoire dat een draad raakt waar spanning
op staat, kan de niet-afgeschermde metalen
onderdelen van het elektrisch gereedschap onder
spanning zetten en kan de gebruiker een elektrische
schok geven.
Draag gehoorbescherming wanneer u met een
c)
diamantboor werkt. Blootstelling aan lawaai kan
gehoorverlies tot gevolg hebben.
Wanneer hij de diamantboor vastloopt, oefen
d)
dan niet langer neerwaartse druk uit en schakel
het gereedschap uit. Doe onderzoek naar de
oorzaak van het vastlopen en verhelp deze oorzaak
door de juiste maatregelen te treffen.
Controleer, wanneer u een diamantboor opnieuw
e)
start in het werkstuk, dat de boor vrij kan draaien
en start dan pas de boormachine. Als de
diamantboor is vastgelopen, zal de boormachine
misschien niet starten, kan het gereedschap
overbelast raken, of zal de diamantboor losraken uit
het werkstuk.
Wanneer u de boorstandaard met ankers en
f)
bevestigingsmateriaal op het werkstuk vastzet,
zorg er dan vooral voor dat de wijze van
bevestiging krachtig genoeg is en de machine
tijdens het gebruik in bedwang kan worden
gehouden. Is het werkstuk zwak of poreus, dan kan
de bevestiging worden losgetrokken waardoor de
boorstandaard loskomt van het werkstuk.
Wanneer u de boorstandaard met een zuignap
g)
op het werkstuk vastzet, plaats de zuignap dan
op een glad, schoon, niet-poreus oppervlak. Zet
de
standaard
niet
oppervlakken zoals tegels en een composiet-
afdeklaag. Als het werkstuk niet glad of vlak is en
niet stevig vastgezet, kan de zuignap losraken van
het werkstuk.
Controleer voor en tijdens het boren dat de
h)
zuignap voldoende vacuüm trekt. Als de zuignap
niet voldoende vacuüm trekt, kan de bevestiging
losraken van het werkstuk.
Voor nooit boorwerkzaamheden uit met de
i)
machine alleen met een zuignap is vastgezet,
behalve wanneer u in neerwaartse richting boort.
Als de zuignap niet voldoende krachtig is, kan de
bevestiging losraken van het werkstuk.
Wanneer u door wanden of plafonds boort, houd
j)
dan vooral rekening met de veiligheid van
personen en van het werkgebied aan de andere
zijde. De diamantboor kan door het gat heen steken
of de boorkern kan aan de andere zijde vallen.
Werk niet met dit gereedschap boven uw hoofd
k)
met aanvoer van water. Wanneer er water in het
elektrisch gereedschap dringt, zal het risico van een
elektrische schok toenemen.
vast
op
gelaagde