NL
Installatie van een analoog ingangsmoduul
Bij het installeren van combisensor en analoog ingangsmoduul de
volgende basisregels in acht nemen:
• Er kan max. één analoog ingangsmoduul worden aangesloten.
• Vervanging van een analoog ingangsmoduul – b.v. bij een defect –
kan tijdens bedrijf van het systeem geschieden (moduul spanning-
vrij schakelen!). Na vervanging voert het weerstation na ca. 25 s
een reset uit. Daardoor woorden alle in- en uitgangen van het
weerstation en de aangesloten modules opnieuw geïnitialiseerd
en in de oorspronkelijke stand gezet.
• Verwijdering of toevoeging van modules zonder aanpassing van
de configuratie en aansluitend downloaden naar het weerstation
is niet toegestaan, omdat dit functiestoringen in het systeem
veroorzaakt.
Inbedrijfstelling
Na de eerste inschakeling vervanging voert het weerstation een
moduul-scan uit (status-LED: „Oranje / Aan"). Omdat een nieuw
toestel standaard niet geconfigureerd is, schakelt de status-LED
vervolgens op „Rood / Knippert snel".
Een
aangesloten
analoog
bedrijfsgereedheid, doordat zijn status-LED op „Snel knipperend"
schakelt.
Een combisensor is na aansluiting bedrijfsgereed (overeenkomstig
de programmering van het weerstation).
Nadat een configuratie in het weerstation is geladen, schakelt de
status-LED op „Groen / Aan"; het moduul schakelt zijn status-LED uit.
ingangsmoduul
signaleert
NL
zijn