GEBRUIKSAANWIJZING
LET OP: laad de noodstarthulp meteen na aankoop en na ieder gebruik gedurende minstens 5 uur op. Wanneer hij niet wordt
gebruikt, laad u de noodstarthulp minstens één keer per maand 5 uur op om de interne batterij in perfecte staat te houden.
Laat de noodstarthulp nooit gedurende lange tijd ongeladen, omdat de goede staat van de interne batterij anders
aanzienlijk kan afnemen en de goede werking van het apparaat kan schaden.
WAARSCHUWINGEN
Voorzorgsmaatregelen voor de operator
LET OP: lees de WAARSCHUWINGEN zorgvuldig door alvorens het product te gebruiken. Door een verkeerd gebruik van het
product komt de garantie te vervallen!
• Gebruik de noodstarthulp zorgvuldig.
• Dit apparaat is niet bestemd om zonder toezicht te worden gebruikt door personen met verminderde geestelijke
vermogens (kinderen hierbij inbegrepen).
• Buiten bereik van kinderen houden. Dit apparaat mag niet als speelgoed worden gebruikt.
• Draag altijd een beschermende bril en houd het gezicht uit de buurt van de accu tijdens het aansluiten en loskop pelen.
• In de accu zit een bijtende vloeistof. Indien die per ongeluk in aanraking komt met de huid of de ogen moeten deze
onmiddellijk met water worden afgespoeld en moet een arts worden geraadpleegd.
• Tijdens het starten van de accu kunnen explosieve gassen vrijkomen. Zorg dus dat er geen vonken of vlammen
worden gevormd en rook niet in de buurt van de motor en de accu.
• Gebruik de noodstarthulp niet in de buurt van warmtebronnen of brandbaar materiaal.
• Laat geen metalen gereedschap op de accu vallen. Hierdoor kan een kortsluiting in de accu optreden.
• Draag geen metalen voorwerpen (ringen, armbanden, horloges, enz.) wanneer u met een accu werkt.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
• Steek geen voorwerpen in de gleuven of openingen in het oppervlak van de noodstarthulp.
• Om de noodstarthulp op de laden, gebruikt u alleen de bijgeleverde oplader, of de kabel met stekkertje voor de 12
V dc aanstekerdoos. Laad hem in een voldoende geventileerde en droge ruimte op: stel hem niet bloot aan regen
of sneeuw.
• Om de oplader of de kabel met het stekkertje voor de aanstekerdoos van de noodstarthulp of het stopcontact los
te koppelen, trekt u aan de stekker en nooit aan de kabel.
• Laad de noodstarthulp nooit op als de oplader of de kabel met stekker voor de aanstekerdoos beschadigd zijn.
Wend u dan tot uw dealer voor vervanging of reparatie. Alleen vervangen met originele reserveonderdelen van de fabrikant.
• Gebruik de noodstarthulp niet als het plastic kapot is, als u ongebruikelijke geuren ruikt, als hij te warm wordt.
• In geval van beschadigingen mogen reparaties of onderhoud van het apparaat alleen door vakmensen worden verricht.
• De noodstarthulp is alleen bestemd voor het starten van loodzuur accu's. Niet voor andere doeleinden gebruiken.
Start geen accu's van het niet heroplaadbare type en laad deze ook niet op. Start geen bevroren accu's en laad
deze ook niet op.
• Start geen accu's met andere spanningen dan die in de technische gegevens van de startbooster staan en laad
deze ook niet op.
LET OP: ALS DE SPANNING VAN DE NOODSTARTHULP EN DE SPANNING VAN DE INSTALLATIE VAN DE AUTO NIET
MET ELKAAR OVEREENKOMEN, KAN DAT EXPLOSIES, SCHADE AAN HET VOERTUIG, HET PRODUCT EN PERSO-
NEN VEROORZAKEN.
28
1498MN_12.indd 28
NL
11/07/16 15:14