Descargar Imprimir esta página

Wolf CNK 17-40 Instrucciones De Montaje página 5

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 7
Tekening 1: veiligheidsgroep CHK / CNG / FNG
Overzicht van de sets met indeling in soorten apparaten
Art.nr.
Afmeting
Max. ketelprest.
Max. toegelaten
bedrijfstemperatuur
Max. bedrijfsdruk
Veiligheidsklep
Bijzondere kenmerken:
De manometer en de snelontluchter zijn met een automatische
afsluitinrichting uitgerust. Ze sluiten automatisch de respectieve
aansluitstukken af als een van de onderdelen gedemonteerd
wordt. Daardoor wordt een eenvoudige vervanging van deze
delen bij een gevulde verwarmingsinstallatie mogelijk.
De veiligheidsklep kan vrij rond de aansluiting gedraaid worden.
De richting van de afvoerleiding kan zo volgens de omstandig-
heden in de verwarmingsinstallatie gekozen worden.
Een extra aansluitstuk aan de onderkant van de veiligheids-
groep maakt bijvoorbeeld de aansluiting van een vulinstallatie
voor de verwarmingsinstallatie mogelijk.
Leveringsomvang:
• Veiligheidsgroep met isolatiedeken
• Aansluitend pijpstuk
• Verbindingsstuk
• Dichtingen
Montagehandleiding
Veiligheidsgroep
2
1
3
bar
0
4
CNK 17 - 40
CNK 50 / 63
20 12 059
20 12 063
DN15
DN20
50 kW
100 kW
Tekening 2: veiligheidsgroep CNK
CHK 22 – 45
CHK 60
20 12 060
20 12 064
DN15
DN20
50 kW
100 kW
110°C
6 bar
3 bar
Inbouwvoorschriften:
Bij de montage van de ketelveiligheidsgroep moeten de in-
bouwvoorschriften van de verwarmingsketel in acht genomen
worden: De ketelveiligheidsgroep
- moet zich in de opstelruimte van de warmteproducent be-
vinden en goed toegankelijk zijn,
- moet op het hoogste punt van de warmteproducent of in de
onmiddellijke nabijheid van de voorloopleiding ingebouwd zijn,
- moet loodrecht ingebouwd zijn en een eigen stijgend verlo-
pende toevoerleiding hebben (max. 1 m lang).
De verbindingsleiding tussen de warmte-producent en ketel-
veiligheidsgroep
- mag niet afsluitbaar zijn,
- mag geen filters, hulpstukken en dergelijke bevatten,
- moet van die aard zijn dat de statische en dynamische be-
lastingen zeker opgenomen kunnen worden.
De ontluchtingsleiding van de
veiligheidsklep
- moet met een helling gelegd worden,
- mag maximaal 2 m lang zijn en 2 bogen bezitten,
- moet zo gemaakt zijn dat personen bij het ontluchten niet in ge-
vaar gebracht worden. De ingang moet vrij waarneembaar zijn.
Als de ontluchtingsleiding in een afvoertrechter eindigt, moet
de afvoer van de trechter minstens de dubbele doorsnede van
de klepuitgang hebben.
Snelontluchter: om een luchtuitstroming te waarborgen moet
de beschermkap 2 toeren geopend worden.
2
1
3
bar
0
4
CNG 10 – 48
FNG 57
FNG 10 – 41
20 12 061
20 12 065
DN15
DN20
50 kW
100 kW
5

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

Cnk 50/63Chk 22–45Chk 60Cng 10–48Fng 10–41Fng 57 ... Mostrar todo