Lichte verontreiniging
Maak gebruik van een stofzuiger of klop de filter licht uit.
Sterke verontreiniging
Was de filter met lauwwarm zeepsop (max. 40 °C) voorzichtig
uit en laat hem vervolgens goed drogen. Stel de filter voor het
drogen niet aan direct zonnelicht of andere warmtebronnen
bloot.
Inzetten van de filter
1. Leg de filter weer in de toestelafdekking en bevestig hem
met de drie bevestigingsstaven.
2. Breng de toestelafdekking weer aan.
Toestel
Reinig het toestel in regelmatige afstanden buiten met een
vochtige doek en een mild reinigingsmiddel (zeepsop). Let
erop dat geen water in het binnenste van het toestel geraakt.
Gebruik voor de reiniging geen reinigings- of oplosmiddelen,
deze kunnen delen van het toestel aantasten.
Eenmaal per jaar of al naar bedrijfscondities dient de
luchtontvochtre
door
de
verontreinigingen te worden gecontroleerd.
M
o
g
e
l
i
j
k
e
s
t
o
r
i
n
M
o
g
e
l
i
j
k
e
s
t
o
r
i
n
Vóór iedere storing het toestel uitschakelen en de stekker uit het stopcontact nemen.
Storing
Motor start niet
Toestel condenseert weinig of geen
water
Toestel schakelt uit bij continu
bedrijf met afvoerslang
Water loopt uit het toestel
klantenservice
binnen
g
e
n
g
e
n
Mogelijke oorzaak
Netspanning ontbreekt
Aansluitkabel defect
Wateropvangbak vol
Ruimteluchtvochtigheid
ingesteld
Ruimtetemperatuur of luchtvochtigheid
liggen niet in het werkbereik
Luchtfilter verontreinigd
Luchttoevoer of afvallucht geblokkeerd
a) Toestel van binnen sterk ver-
ontreinigd
b) Koelcircuit defect
Deuren en/of ramen open
a) Afvoerslang geknikt of opgerold
b) niet voldoende helling
Water in de slang bevriest
Wateropvangbak ondicht
Onderhoud
De luchtontvochter is met oog op een probleemvrije werking
en een minimale controle geconstrueerd.
Alle beweeglijke onderdelen hebben een permanente smering.
Er bevinden zich geen verdere te onderhouden onderdelen in
het binnenste van het toestel.
O
p
s
l
a
g
O
p
s
l
a
g
Bewaar ongebruikte toestellen op een droge, afgesloten plaats
buiten de reikwijdte van kinderen op.
Let op het volgende, om de levensduur van de luchtontvochter
te verlengen en een foutvrije werking te waarborgen:
Ledig de wateropvangbak en droog hem zorgvuldig.
Reinig de filter.
Voer een grondige reiniging uit.
Controleer de luchtontvochter op een foutvrije toestand,
opdat na een langere opslag een betrouwbaar gebruik
van het toestel is gewaarborgd.
op
Dek de luchtontvochter zorgvuldig af.
Remedie
Zekering controleren
Laten controleren (elektromonteur)
Wateropvangbak ledigen
lager
dan
ingestelde luchtvochtigheidswaarde controleren,
eventueel andere waarde instellen
a) Ruimtetemperatuur
32 °C)
b) Luchtvochtigheid controleren (ten minste 30 %
r. v.)
c) ingestelde luchtvochtigheidswaarde controle-
ren, eventueel andere waarde instellen
Luchtfilter reinigen (zie "Reiniging en onderhoud")
controleren, eventueel toestel anders plaatsen) op
minimale afstand (10 cm) tot de wand letten)
Neem
klantenservice!
Deuren en/of ramen sluiten
Afvoerslang anders verleggen, opdat het water
ongehinderd kan afvloeien.
Maatregelen nemen die een vriezen van het water
voorkomen
a) Wateropvangbak controleren
b) Wateropvangbak vervangen
controleren
contact
op
met
de
(5 °C
tot
fabrikant
of
107