NL
1.3.4 Andere symbolen en aanduidingen
Symbool
Betekenis
Handeling
X
Resultaat van een handeling
-
Beschrijving van een actie
•
Opsomming
Extra nadruk
Extra nadruk
2
Veiligheid
2.1
Gebruik volgens de bestemming
De omvormer mag alleen worden gebruikt in netgekoppelde
fotovoltaïsche systemen binnen het toegestane vermogens-
bereik en de toegestane omgevingsvoorwaarden.
2.2
Ontoelaatbaar gebruik
de volgende omgevingen mag de omvormer niet worden
gebruikt:
• buiten
• in vochtige ruimtes
• in te warme ruimtes
• in stoffige ruimtes
• in ruimtes waarin licht ontvlambare gasmengsels kunnen
ontstaan
2.3
Gevaren bij montage en inbedrijfstelling
Tijdens de montage/inbedrijfstelling van de omvormer en tij-
dens bedrijf bestaan (bij montagefouten) de volgende gevaren:
• Levensgevaar door stroomschok
• Brandgevaar door kortsluiting
• Beperkte brandbeveiliging van het gebouw door verkeerde
bekabeling
• Beschadiging van de omvormer evenals aangesloten
toestellen en componenten bij ontoelaatbare omgevings-
voorwaarden, ongeschikte energievoorziening (zowel bij
gelijkstroom als bij wisselstroom) alsmede de aansluiting
van niet toegestane toestellen en componenten
• Daarom gelden alle veiligheidsvoorschriften voor werk-
zaamheden aan het elektriciteitsnet. Openen van de
omvormer en de regel-unit is niet toegestaan. Alleen het
remote display mag voor het aanbrengen van het display
en de batterijen worden geopend.
735.794 | 11.30
89