5. Schema (B1-B3)
1 Tankindicator
2 Brandstofdop
3 * 230 V ~stopcontacten
4 Aardverbinding
5 Maximaalschakelaar
6 Votlmeter
7 Olieaftapplug
8 Olievulplug
9 Zekering bij te laag oliepeil
10 Aan/Uit-schakelaar
11 Chokehendel
12 Trekkoord
13 Benzinekraan
14 Draaghandvatten
15 Luchtfilterset
16 Bougie
17 Geluiddemper
6. Voor de machine aan te zetten
6.1 Elektrische veiligheid
- Elektrische voedingskabels en verbonden
toestellen moeten in perfecte staat zijn.
- De generator mag alleen gebruikt worden met
toestellen waarvan de spanning conform is met
de outputspanning van de generator.
- Verbind de generator nooit met het stroomnet
(contactdoos).
- Zorg voor een zo klein mogelijke kabellengte tot
de gebruiker.
6.2. Bescherming van de omgeving
- Ontdoe u van bevuild materiaal gebruikt voor
het onderhoud en de werking van de machine op
de correcte afvalpunten.
- Recycle verpakkingsmateriaal, metaal en plastic.
6.3 Aarding
82
Het omhulsel mag verbonden worden met
de aarde om zich te ontdoen van statische
elektriciteit. Om dat te doen, verbind u het ene
uiteinde van de kabel met de aardverbinding (4)
van de generator en het andere uiteinde met een
externe aarding (bijvoorbeeld een aardingsstaaf ).
7. Bediening
Belangrijk!:
U moet de motorolie en de brandstof opvullen
voor u de motor kunt opstarten.
- Controleer het brandstofpeil en vul het bij
indien nodig. - Zorg voor voldoende verluchting
van de generator.
- Zorg ervoor dat de ontstekingskabel verbonden
is met de bougie.
- Controleer de onmiddellijke omgeving van de
generator. - Verwijder alle elektrische toestellen
die eventueel verbonden zijn met de generator.
7.1 De motor opstarten
- Verbind het gereedschapswerktuig niet voor het
opstarten van de motor.
- Draai de benzinekraan (13) open. - Zet de
AAN/UIT-schakelaar (10) in de I-positie. - Zet
de chokehendel (11) in de IØI-positie. - Start
de motor met de keerstarter (12) door krachtig
aan het handvat te trekken. Als de motor niet
opstart, trekt u nog eens aan het handvat van de
trekkoord.
- Duw de chokehendel (11) terug nadat de motor
is opgestart.
Belangrijk!:
Wanneer de motor wordt opgestart met de
reservestarter, kan het zijn dat de motor plots
wordt teruggestoten, met eventueel letsels aan
de handen als gevolg. Draag beschermende