Publicidad
NL
MONTAGE VAN FIETSEN OP DE FIETSHOUDER:
Zet de zwaarste fiets altijd het dichtst bij de auto.
M
Verdeel het gewicht van de fietsen gelijkmatig over
de draagprofielen (13) van het fietsenrek. De fietsen door
middel van de framesteunen (3) of (4) of (5) en de grijpka-
beltjes bevestigen. Afhankelijk van de structuur en de vorm
van het frame moeten de afmetingen van de grijpkabeltjes
aangepast worden aan de fietsen (speciale accessoires).
De voor- en achterwielen moeten met een veiligheidsgor-
del (21) aan het draagprofiel (13) vastgezet worden.
Belangrijk: Iedere fiets moet op minstens op 3 verschil-
lende plaatsen bevestigd zijn.
Let u erop dat noch metalen delen van de fietsen, noch het
fietsenrek, noch de uiteinden van de veiligheidsgordels of
verankeringsriemen met de carrosserie van het voertuig in
aanraking komen. Leg daarom altijd knopen in de uitein-
den van de riemen en de gordels.
Alle onderdelen van de fietsen moeten goed vastgemaakt
zijn. Kinderzitjes, zadeltasjes en alle afneembare onderde-
len zoals bidons, verlichting, fietspompen etc., verwijde-
ren.
Plaats de tweede fiets met het stuur in de tegenover-
gestelde richting dan die van het stuur van de eerste fiets
en zo verder met de volgende te plaatsen fietsen (fig. X).
Bevestig de framehouders zo hoog mogelijk op het
frame van de fiets.
Attentie voor terreinvoertuigen:
bij deze voertuigen kan de uitlaat zodanig geplaatst zijn dat
de warme uitlaatgassen tegen de aanhangwagen of de fiet-
sbanden afgevoerd worden! Hierdoor kunnen de fietsban-
den beschadigen! Aanhangwagen en fietsbanden tegen
deze uitlaatgassen beschermen.
X
Montage
M O N TAJE DE BICICLETAS EN EL PORTA - B I C I C L E TA S :
M
sobre los perfilados del porta-bicicletas (13).Fijar las bici-
cletas mediante el soporte para bastidor (3) o (4) o (5) y
las sogas de fijación. La dimensión de las sogas de fija-
ción debe adecuarse a las bicicletas (accesorios especia-
les) según la estructura o la forma del bastidor.
Las ruedas anteriores y posteriores deben ser fijadas con
una correa de seguridad (21), en el perfilado porta-bici-
cletas (13).
Atención: Cada bicicleta debe fijarse en tres puntos dife-
rentes por lo menos.
Comprobar que ni las partes mecánicas de la bicicleta o
del porta-bicicletas ni las extremidades de las correas de
anclaje estén en contacto con la carrocería.
Por este motivo, amarrar siempre los extremos de las
correas. todos los componentes de las bicicletas deben
quedar firmemente fijados.
Quitar todos los accesorios zafables, los asientos espe-
ciales para niños, bolsos, cantimplora, equipos de ilumi-
nación, bombín etc.
con el manillar hacia el lado opuesto con respecto a la
primera y así continuar con las demás bicicletas (fig. X).
alta posible en el cuadro de la bicicleta.
Atención para los vehículos todo terreno:
El tubo de escape puede estar posicionado a una altura
tal que los gases de escape calientes atacan el remolque
o las llantas de la bicicleta! Esto puede llevar a la destruc-
ción de las llantas! Proteger el remolque y la carga contra
la salida de los gases de escape.
X1
22
E
Monte siempre la bicicleta más pesada en el interior.
Distribuir uniformemente el peso de las bicicletas
Coloque la primera bicicleta en el porta-bicicletas
Afirme la sujeción del cuadro en la posición más
Montaje
Publicidad
