Controleer of alle bewegende delen correct
gemonteerd zijn, of er geen onderdelen
gebroken zijn, of er geen beschermkappen en
schakelaars beschadigd zijn en of er andere
gebreken zijn die invloed op de werking van
de machine zouden kunnen hebben.
Vergewis u ervan dat de machine correct werkt.
Gebruik de machine niet als enig onderdeel
defect is. Gebruik de machine niet als de aan/
uit-schakelaar niet werkt. Defecte onderdelen
dienen door een erkend servicecentrum te
worden gerepareerd of vervangen.
Probeer nooit om de machine zelf te repareren.
15. De stekker uit het stopcontact verwijderen
Verwijder de stekker uit het stopcontact als u
de machine niet gebruikt, voordat u
gereedschappen, accessoires of onderdelen
van de machine verwisselt en voordat u
onderhoud aan de machine uitvoert.
16. Voorkom onbedoeld inschakelen
Draag de machine niet met uw vingers aan de
aan/uit-schakelaar. Wees ervan verzekerd dat
de machine is uitgeschakeld voordat u de
stekker in het stopcontact steekt.
17. Misbruik het snoer niet
Draag de machine nooit aan het snoer. Trek niet
aan het snoer om de stekker uit het stopcontact
te verwijderen. Houd het snoer uit de buurt van
warmtebronnen, olie en scherpe randen.
18. Berg de machine veilig op
Indien niet in gebruik, dienen machines te
worden opgeborgen in een droge, afsluitbare
of hoge plaats, buiten bereik van kinderen.
19. Onderhoud de machine met zorg
Houd snijgereedschappen scherp en schoon
om beter en veiliger te kunnen werken.
Houdt u aan de instructies met betrekking tot
het onderhoud en het vervangen van
accessoires. Houd de handgrepen en
schakelaars droog en vrij van olie en vet.
20. Reparaties
Deze machine voldoet aan de geldende
veiligheidseisen. Reparaties mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door bevoegde vakmensen
en met behulp van originele reserveonderdelen;
anders kan er een aanzienlijk gevaar voor de
gebruiker ontstaan.
N E D E R L A N D S
ELEKTRISCHE VEILIGHEID
De elektromotor is ontwikkeld voor een bepaalde
netspanning. Controleer altijd of uw netspanning
overeenkomt met de waarde op het typeplaatje.
Deze machine is dubbel geïsoleerd
overeenkomstig EN 50144. Een aarddraad
is daarom niet vereist.
Gebruik van verlengsnoeren
Gebruik een goedgekeurd verlengsnoer dat
geschikt is voor het vermogen van de machine (zie
technische gegevens). De aders moeten minimaal
een doorsnede hebben van 1,5 mm
het verlengsnoer voor gebruik op beschadiging,
veroudering en slijtage. Vervang een beschadigd
of defect verlengsnoer. Wanneer het verlengsnoer
op een haspel zit, rol het snoer dan helemaal af.
Als u een verlengsnoer gebruikt dat niet geschikt
is voor het vermogen van de machine, of dat
beschadigd of kapot is, dan riskeert u brand of
een elektrische schok.
OVERZICHT (fig. A)
Al naar gelang de uitvoering beschikt deze
machine over de volgende onderdelen.
1. Schakelaar voor elektronisch regelbaar toerental
(AST1, CD501, KR450RE, KR500(C)RE, KR510)
1. Aan/uit-schakelaar (andere modellen)
2. Vergrendelingsknop
3. Snelheidskeuzeschakelaar (KR502, KR532)
3. Links/rechts-omschakelaar (andere modellen)
4. Boorfunctie-schakelaar
5. Zijhandgreep
6. Snelspanboorhouder
7. Boorhouder met sleutel
MONTAGE
Zorg vóór aanvang van de volgende
handelingen dat de machine is
uitgeschakeld en de netstekker van het
lichtnet is losgekoppeld.
2
. Controleer
31