Vetus NLP Instrucciones De Instalación página 3

Colector
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

2.4
Slangaansluitingen
NLP40/45/50
NLP50S/60/75/90
Om de slangen optimaal op de waterlock te kunnen aansluiten zijn
beide slangaansluitingen 360° draaibaar.
Draai de bouten los alvorens de slangaansluitingen te verdraaien!
Schroef de slangaansluitingen weer vast met een aanhaalmoment
van 1 Nm.
Het bovendeel van de waterlock is 360˚ draaibaar.
Het bovendeel dient als volgt verdraaid te worden:
1 Schroef de klemband los
2 Draai het bovendeel in de gewenste stand
3 Schroef de klemband voldoende stevig vast, met een aanhaalmo-
ment van 0,3 Nm.
2.5
Het monteren van de slang
Gebruik uitsluitend water en/of zeep, dus geen vet- of oliehoudende
producten, om het monteren van de slang op de slangaansluitingen
te vereenvoudigen.
Monteer elke slangverbinding met 2, roestvaststalen - 12 mm brede,
slangklemmen.
Waterlock NLP
2.6
Zender voor temperatuuralarm
Een zender voor een temperatuuralarm kan in de uitlaatleiding van
de motor worden gemonteerd.
3
Installatievoorbeelden
Afgebeeld op blz. 15 zijn uitlaatsystemen met een waterlock, type
NLP, een geluiddemper type MP, een zwanenhals type NLPG en een
uitlaatspiegeldoorvoer.
De inloop van achteropkomend water wordt vrijwel volledig voorko-
men door het extra hoogteverschil in de zwanenhals.
Na het stoppen van de motor zal het water dat zich nog in de uitlaat-
leiding bevindt (tussen hoogste punt uitlaatsysteem en waterlock)
teruglopen naar de waterlock.
Om deze hoeveelheid teruglopend water zoveel mogelijk te beper-
ken, dient de zwanenhals, indien mogelijk, direct boven de waterlock
te worden opgesteld. Zie tek. 1 en 3.
Indien de zwanenhals direct op de spiegeldoorvoer wordt gemon-
teerd, tek. 2 en 4, dient met de maximale lengte van de uitlaatlei-
ding, tussen de waterlock en het hoogste punt, rekening te worden
gehouden.
4
Voorkomen van hevelen
(tekening 3 & 4)
Indien het waterinjectiepunt 'C' zich onder of minder dan 15 cm bo-
ven de waterlijn bevindt (ook als het schip onder een helling vaart)
bestaat het gevaar dat bij stilstand van de motor het koelwater door
de hevelwerking in de motor kan komen. Dit hevelen kan op twee
manieren worden voorkomen:
 Door in de koelwaterslang tussen motorblok en waterinjectie-
punt 'C' een beluchting te maken, bijvoorbeeld door een beluch-
ter met beluchtingsleiding te plaatsen.
De beluchtingsleiding kan op een eigen huiddoorvoer (H) wor-
den aangesloten of op de hiervoor bestemde aansluiting op de
zwanenhals, type NLPG (G). Raadpleeg hiervoor de handleiding
voor NLPG, nr. 030428.0x.
 Door in de koelwaterslang tussen motorblok en waterinjectie-
punt 'C' een beluchter (met klep) aan te brengen.
5
Onderhoud
Controleer regelmatig alle slangverbindingen op gas- en waterdicht-
heid.
Tap alvorens het schip in de winterberging ingaat de waterlock af. De
waterlock is voorzien van twee aftappluggen.
NEDERLANDS
3
030419.04

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

NlphdNlpwhd

Tabla de contenido