5. Plaats de GPS antenne/voet op het bevestigingsoppervlak. Het tapeind moet in het grote gat
worden gestoken en het bevestigingslipje in het kleine gat.
6. Schuif de gleufring en zeskantmoer aan de onderkant van het bevestigingsoppervlak om de
kabels en bevestig deze aan het tapeind (gooi de meegeleverde kroonmoer weg). Zet het
geheel vast totdat de pakking onder aan de GPS antenne/voet tot ongeveer de helft van haar
oorspronkelijke dikte is samengeperst. Bij gebogen bevestigingsoppervlakken dient de
compressie van de pakking op het hoogste punt van de kromming te worden gemeten.
7. Bevestig de mobiele antenne aan de GPS antenne/voet.
Voet met tapeind (blinde installatie)
1. Bepaal de plaats waar de GPS antenne/voet moet worden bevestigd. Kies een zo plat mogelijk
oppervlak. Onder het bevestigingsoppervlak moet een vrije opening van minimaal 2,54 cm zijn,
zodat er voldoende ruimte is voor het tapeind en de kabels.
2. Snijd of boor gaten in het bevestigingsoppervlak (maximale dikte 0,33 cm). Zie Afbeelding 2
voor de grootte en plaats van de gaten.
3. Bevestig de kroonmoer aan het tapeind, zodat de tandjes op een lijn liggen met de onderkant
van de pakking. Hoe ver de kroonmoer nu moet worden aangedraaid, is afhankelijk van de
materiaaldikte, zoals aangegeven in de onderstaande tabel.
Kroonmoer aandraaien, van
verzonken positie, om op
Materiaaldikte
materiaaldikte af te stellen
0,81 mm
1 hele slag rechtsom
1,6 mm
½ slag rechtsom
2,39 mm
Geen afstelling nodig
3,18 mm
½ slag linksom
Resulterende 'SPLEET'.
Zie de bovenstaande
afbeelding
-1,57 mm (onder
verzonken)
-0,81 mm (onder
verzonken)
0,0 mm (verzonken)
0,81 mm (spleet)
2