Monteer het doorstroom heetwaterapparaat volgens de
afbeeldingen. Volg de instructies in de tekst op.
V eil i gh ei dsv oo rs ch rif t en
■
Het doorstroom heetwaterapparaat mag uitsluitend
door een installateur aangesloten en in gebruik
worden genomen.
■
De wettelijke voorschriften van het betreffende land, van
het plaatselijke energiebedrijf en van het
waterleidingbedrijf opvolgen.
■
Het doorstroom heetwaterapparaat is een apparaat van
beschermklasse I en moet worden aangesloten op een
aardleiding.
■
Het toestel moet duurzaam op vast geïnstalleerde
leidingen worden aangesloten.
■
Om te voldoen aan de geldende veiligheidsvoorschriften
moet de installatie zijn voorzien van een stroomonder-
breker voor alle polen. De contactopening moet minimaal
3 mm bedragen.
■
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor gesloten
(drukvast) gebruik.
■
Armaturen moeten goedgekeurd zijn voor gebruik met
gesloten (drukvaste) doorstroom heetwaterapparaten.
■
Het doorstroom heetwaterapparaat uitsluitend aansluiten
op een koudwaterleiding.
■
Het doorstroom heetwaterapparaat is geschikt voor
aansluiting op goedgekeurde kunststof buizen.
■
Het doorstroom heetwaterapparaat uitsluitend
installeren in een vorstvrije ruimte.
■
De elektrische aansluitkabel voor de montage
spanningsloos maken en de wateraanvoer afsluiten!
■
De elektrische aansluiting pas uitvoeren nadat het
water is aangesloten.
■
Maak in de achterzijde uitsluitend gaten die nodig zijn
voor de montage. Als het apparaat opnieuw wordt
gemonteerd, moeten de ongebruikte gaten waterdicht
worden afgesloten.
■
Onder spanning staande onderdelen mogen na de
montage niet meer aangeraakt kunnen worden.
Mont age
I.
Uitpakken/kap verwijderen
■
Het apparaat uitpakken en controleren op transport-
schade.
■
De verpakking en eventueel het oude apparaat op
milieuvriendelijke wijze afvoeren.
8
NL
Montagevoorbereiding
II.
III.
Montage op de muur
■
Het doorstroom heetwaterapparaat moet vast op de
muur worden gemonteerd. Bevestig het apparaat
eventueel aan de onderste stelschroeven.
■
De afstand tot de muur is variabel. Zo kunnen
oneffenheden van de muur worden gecompenseerd.
■
De tule moet de aansluitkabel nauw omsluiten. Als de
tule beschadigd raakt tijdens de montage, moeten de
gaten waterdicht worden afgesloten.
IV.
Wateraansluiting
■
Het doorstroomtoestel moet worden ontlucht.
Open daarvoor de warmwaterkraan helemaal en spoel
het toestel gedurende één minuut door.
Elektro-aansluiting
V.
■
De netaansluitklem kan boven of beneden gemonteerd
worden. De mantel van de aansluitkabel moet minstens
40 mm in het toestel naar binnen steken.
Ingebruikneming
VI.
■
Verwijder bij een lage waterleidingdruk de doorstroom-
begrenzer (zie aanvullende informatie A).
■
Leg de gebruiker uit hoe het doorstroom
heetwaterapparaat wordt bediend.
■
Haal de gewenste taalversie uit de gebruiksaanwijzing.
U kunt deze bewaren in het uitklapbare bedieningspaneel
van het doorstroom heetwaterapparaat.
A anv ulle nde inf orm a t ie
Wanneer het doorstroomtoestel wegens te geringe
A
waterdruk in uw huisinstallatie geen voldoende
doorstroming krijgt, moet u de doorstroombegrenzer
verwijderen.
Voorrangschakeling voor de combinatie met elektri-
B
sche reservoirverwarmingsapparaten:
Voor het gebruik met voorrangschakeling is een
speciaal lastafwerprelais (speciaal toebehoren)
vereist. Andere, reeds aanwezige lastafwerprelais,
met uitzondering van elektronische lastafwerprelais,
kunnen gebrekkig functioneren.
Statusaanduiding in het apparaat
C
LED
Uit
Aan
Langzaam knipperen (1/s)
Snel knipperen (4/s)
Apparaatstatus
Uit
Standby
Apparaat verwarmt
Ingestelde temperatuur
wordt niet bereikt
(waterdoorvoer voor de
aansluitcapaciteit te groot)