fluidra AQUASPHERE VSP 17 Manual De Instrucciones página 168

Lagedrukstoring
EE02
TS5
Uitval EE03
waterstroom TS1 Or" ON"
Oververhittingsb
eveiliging voor
watertemperatu
EE04
ur (d2-TH5) in
verwarmingsmo
dus
d6-TH3 Uitlaat te
hoge EE05
bescherming
Controller
EE06
mislukt
1. EEV is geblokkeerd
leidingsysteem is vastgelopen
2. Motortoerental is abnormaal of
motor is beschadigd
3. Gaslekkage
4. Lagedrukdraad is los of beschadigd
1. De bedrading van de
waterstroomschakelaar is los of de
waterstroomschakelaar is beschadigd
2. Geen/Onvoldoende waterstroom
3. Flowschakelaar op de slechte
manier gemonteerd.
1. Lage waterstroom
2. Waterstroomschakelaar zit vast en
de watertoevoer is afgesneden
3. d2-TH5-sensor is abnormaal
4. Het verschil tussen de temperatuur
van het uitlaatwater en de ingestelde
temperatuur is 7 ° C of hoger in de
verwarmingsmodus
1. Geen gas
2. Lage waterstroom
3. Het systeem is geblokkeerd
4. Uitlaat temp. Sensorfout
5. Omgevingstemperatuur is te hoog
1. De draadverbinding is niet goed of
beschadigde signaaldraad
2. Controllerstoring
1. Controleer de EEV en het leidingsysteem
of het 2. Controleer de motortoerental in
verwarmingsmodus, vervang een nieuwe als deze
abnormaal is
3. Door de hoge drukmeter om de drukwaarde te
controleren
4. Sluit de lagedrukdraad opnieuw aan of vervang
een nieuwe lagedrukschakelaar
1. Wijzig de waterstromingsschakelaar
2. Controleer de waterpomp of het vaarwegsysteem
3.Controleer de positie van de stroomschakelaar op
basis van de waterstroomrichting.
1. Controleer het watersysteem
2. Controleer de waterpomp of
waterstroomschakelaar
3. Controleer sensor d2-TH5 of wijzig een andere
sensor
4. Wijzig de ingestelde temperatuur.
1. Controleer de hogedrukmeter, vul deze bij te laag
gas bij
2. Controleer het vaarwegsysteem en de
waterpomp
3. Controleer het leidingsysteem als er een blok was
4. Wijzig een nieuwe uitlaattemp. Sensor
5. Controleer of de huidige omgevingstemperatuur
en watertemperatuur hoger zijn dan de
bedrijfstemperatuur van de machine
1. Controleer en sluit de signaaldraad opnieuw aan
2. Verander een nieuwe signaaldraad
3. Schakel de stroomtoevoer uit en start de machine
opnieuw op
4. Verander een nieuwe controller
164