Aansluiten en aanzetten
U moet het veiligheidsgedeelte in de gebruiksinstructies gelezen en begrepen
hebben voordat u de monitor gaat gebruiken.
1.
Steek de stroomkabel in de stekkerbus aan de achterkant van de
monitor (a).
2.
Sluit de potentiaalvereffeningskabel (aardekabel) aan op het centrale
potentiaalvereffeningspunt (b).
3.
Druk op de knop Aan/Uit (wordt bevestigd door een piepje).
4.
Bevestig de dialoog Nieuwe patiënt door Ja of Nee te selecteren. De gegevens van de
patiënt worden ingevoerd en bewerkt in het menu Instellingen (volgende pagina).
5.
Controleer de instellingen.
Temperatuur 1
CO en T 2 (optie)
CO2-
monsterinput
(optie)
CO2-
monsteroutput
(optie)
ECG
NIBP
SpO
IBP 1 - IBP 4
(IBP 3 en IBP 4
optie)
18
Parameterinstellingen
1.
2.
3.
2
Selecteer de parameter door de
regelknop te draaien. Er
verschijnt een wit vakje rondom
de geselecteerde parameter.
Druk op de regelknop om de
instellingen voor de
geselecteerde parameter weer
te geven.
Selecteer en bevestig de
instellingen door de regelknop in te drukken.
a
b
Regelknop