Voorkom de inzet van de machine bij temperaturen van t=10°C
of minder. Maak een werkplan, waardoor de trillingsbelasting
kan worden beperkt.
V
e
i
l
V
e
i
l
Geef de veiligheidsvoorschriften aan alle personen,
die met deze machine werken, door.
Bewaar deze veiligheidsvoorschriften goed.
Volg
de
ingesloten
instructies".
Gebruik het apparaat alleen voor doeleinden, waarvoor het
is gemaakt (zie "Reglementaire toepassing" en "Werken
met het roerapparaat").
Cement en bijkomende stoffen niet aanraken, inademen
(stofvorming) of innemen. Bij het vullen en ledigen van de
mengbak persoonlijke veiligheidskleding (handschoenen,
veiligheidsbril, stofmasker) dragen.
Houd andere personen en dieren van uw werkbereik weg.
Laat andere personen, in het bijzonder kinderen, het
gereedschap of de kabel niet aanraken.
Onderbreek het gebruik van de machine, wanneer
personen, vooral kinderen of huisdiren, in de buurt zijn en
wanneer u het werkbereik wisselt.
De gebruiker is verantwoordelijk voor ongelukken of
gevaren die tegenover andere personen of hun eigendom
optreden.
De bedienende persoon is binnen het arbeidsbereik van de
machine verantwoordelijk ten opzichte van derden.
Zet het toestel nooit aan, terwijl niet betrokken personen in
de buurt zijn.
Kinderen en jongeren onder 16 jaar en personen, die de
gebruiksaanwijzing niet gelezen hebben, mogen de
machine niet bedienen.
Laat de apparaat nooit zonder toezicht .
Werk alleen met alle veiligheidsvoorzieningen op de juiste
wijze aangebracht en verander niets aan de machine wat
de veiligheid in gevaar kan brengen.
Apparaat resp. onderdelen van het apparaat niet
veranderen.
Schakel de machine uit en neem de steker uit
het stopcontact bij:
reparatiewerkzaamheden
−
onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
−
verwijderen van storingen
−
controle van de aansluitleidingen, of deze
−
verstrengeld of beschadigd zijn
transport
−
het verlaten (ook voor een korte tijd)het verlaten (ook
−
voor een korte tijd)
ongewone geluiden en trillingen
−
Onderhoudt uw roerapparaat met zorgvuldigheid:
Let erop dat de luchtopeningen schoon zijn
−
Hou de handgrepen vrij van vet en olie.
−
Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen.
Voor het verdere gebruik van de machine moeten alle
−
veiligheidsvoorzieningen gecontroleerd worden op de
juiste montage en het goed functioneren.
i
g
w
e
r
k
e
n
i
g
w
e
r
k
e
n
"Algemene
veiligheids-
Controleer of alle bewegende delen van de machine
−
goed functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn.
Alle delen moeten juist gemonteerd zijn en goed
functioneren om de machine correct te laten werken.
Beschadigde bescherminrichtingen en delen moeten,
−
indien
noodzakelijk,
reparatiewerkplaats gerepareerd of verwisseld worden.
Met uitzondering indien in de gebruiksaanwijzing anders
aangegeven.
Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers dienen te
−
worden vervangen.
Bewaar ongebruikte apparaten op een droge, afgesloten
plaats buiten de reikwijdte van kinderen op.
Elektrische veiligheid
De aansluitkabel moet volgens IEC 60245 (H 07 RN-F) zijn,
met een draad doorsnede van minstens:
⇒ 3 x 1,5 mm² bij een lengte tot 25 m.
⇒ 3 x 2,5 mm² bij een lengte vanaf 25 m.
Lange en dunne aansluitkabels zorgen voor een
spanningsverlies. De motor bereikt zijn maximaal vermogen
niet meer, de werking van het apparaat wordt gereduceerd.
Stekker en aansluitdozen aan aansluitleidingen moeten uit
rubber, zacht PVc of een ander thermoplastisch materiaal
van dezelfde mechanische vastheid zijn of met dit materiaal
zijn gecoat.
De stekkervoorziening van de aansluitleiding moet tegen
spatwater beveiligd zijn.
Let er bij het leggen van de aansluitkabel op dat deze niet
bekneld raakt, geknikt wordt en de steekverbinding niet nat
wordt.
Wikkel bij gebruik van een kabeltrommel de kabel geheel
af.
Controleer de verlengkabel regelmatig op beschadigingen
en vervang hem als hij beschadigd is.
Gebruik geen defecte kabels.
Maak geen geknutselde elektrische aansluitingen.
Veiligheidsvoorzieningen nooit overbruggen of buiten-
werking stellen.
Het apparaat via een veiligheidsschakelaar (30 mA)
aansluiten.
Elektrische aansluitingen of reparaties mogen alleen door
een erkend bedrijf of een erkende reparatie-werkplaats
uitgevoerd worden.
Reparaties aan andere delen van de machine mogen
alleen door de fabrikant of een door hem erkende
werkplaats uitgevoerd worden.
Alleen de originele reserveonderdelen gebruiken. Bij het
gebruik van niet originele onderdelen kunnen risico's voor
de gebruiker ontstaan.
door
een
erkende
73