zware voorwerpen op het
apparaat. Anders kan het glas
breken.
37. Belangrijk! Laat het apparaat
tenminste 2 uur rechtop staan
voordat u het voor de eerste
keer op het stopcontact
aansluit, zodat het koelmiddel
kan bezinken. Hetzelfde geldt
als het apparaat later wordt
verplaatst.
38. Gebruik geen spuitbussen in
de buurt van het apparaat.
39. Gebruik het apparaat niet in
explosieve omgevingen of in
de buurt van brandhaarden.
Elektrische veiligheid
1. Controleer of de op het
typeplaatje vermelde
netspanning overeenkomt met
die van uw stopcontact.
2. Gebruik het apparaat niet als
de stekker of de stroomkabel
beschadigd is, als het
apparaat niet naar behoren
werkt of op een andere manier
beschadigd is.
3. Bescherm de stroomkabel
tegen beschadigingen. Laat
hem niet over scherpe randen
hangen en knik hem niet.
Plaats het apparaat niet op het
netsnoer. Houd de kabel uit de
buurt van hete oppervlakken
en zorg ervoor dat niemand
erover kan struikelen.
4. Open in geen geval de
behuizing. Steek geen
vingers of voorwerpen in het
apparaat en blokkeer nooit de
ventilatieopeningen.
5. Bescherm het apparaat tegen
hitte. Plaats het niet in de
onmiddellijke nabijheid van
open vuur of warmtebronnen
zoals bijv. fornuizen of
verwarmingen.
3. Na gebruik
Reinigen
•
Schakel het apparaat uit en neem de stekker uit
het stopcontact vóór reiniging of onderhoud.
•
Reinig het apparaat niet met staalwol, sterke
chemicaliën, alkali-zuren, schurende of giftige
schoonmaakmiddelen omdat deze het oppervlak
van het apparaat kunnen beschadigen en een
gezondheidsrisico vormen.
• Gebruik weinig of geen water tijdens het reinigen.
Zorg dat er geen water in het apparaat komt
tijdens het reinigen.
• Verwijder gedroogde voedselresten met een
plastic of houten spatel.
• Veeg de binnen- en buitenkant van het apparaat
dagelijks met een zachte vochtige doek en
een beetje mild schoonmaakmiddel. De glazen
oppervlakken kunnen ook worden gereinigd met
een middel voor glazen wassen. Droog met een
zachte, droge doek.
• Als de planken heel sterk vervuild zijn, verwijdert
u ze uit het apparaat en reinigt ze met warm water
en een mild schoonmaakmiddel, met behulp van
een zachte spons. Droog met een zachte, droge
doek.
• Laat de schuifdeuren open om de binnenkant van
het apparaat te laten drogen.
• Reinig de ventilatieopeningen regelmatig met
een zachte borstel of het spleetopzetstuk van een
stofzuiger.
• Het apparaat mag alleen weer worden gebruikt of
opgeslagen als het volledig is gedroogd.
Ontdooien
•
Het apparaat ontdooit zichzelf automatisch
iedere 4 uur (GCV1100)/iedere 6 uur (GCV1600).
Het lichtje onder het ontdooi-symbool
branden (GCV1100)/het ontdooi-symbool
branden (GCV1600).
- 22 -
NL
gaat
gaat