Werktechnieken
Een boom snoeien
(zie afb. 4)
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de zone waarin de takken zullen vallen vrij is.
•
Ga aan de zijde tegenover de af te zagen tak staan.
•
Begin met de laagste takken en werk zo naar de hogere takken toe.
•
Zaag van boven naar beneden, om te voorkomen dat het blad vastraakt.
(zie afb. 5)
Takken van een boom snoeien
Snoeien betekent de takken van een gevelde boom afzagen.
WAARSCHUWING!
Let op de steunpunten van de tak op de grond, op de
mogelijkheid dat die in spanning staat, op de richting die de tak
kan aannemen tijdens het zagen en op de mogelijke instabiliteit
van de boom na het afzagen van de tak.
Als er takken gesnoeid worden moeten de grotere, onderste takken niet afgezaagd
worden om de stam te steunen. Verwijder de kleine takken met een enkele klop.
U kunt het beste de onder spanning staande takken vanaf de onderkant afzagen
om te voorkomen dat de kettingzaag doorbuigt.
Onderhoud
Kettingspanning afstellen
(zie afb. 6.10.11)
•
aak de aanspanmoeren van het kettingdeksel met de meegeleverde sleutel
los. De aanspanmoeren van het kettingdeksel moeten niet volledig worden
verwijderd om de kettingspanning af te stellen.
•
Draai de kettingafstelschroef in de richting van de wijzers van de klok om
de kettingspaning te verhogen en tegen de richting van de wijzers van de
klok om de kettingsspanning te verlagen.
•
Als de gewenste kettingspanning is ingesteld, spant u de aanspanmoeren
van het kettingdeksel opnieuw aan.
WAARSCHUWING!
De temperatuur van de ketting neemt toe tijdens het zagen. De
aandrijfschakels van een correct gespannen en warme ketting
zullen circa 1,58 mm uit de gleuf van het zaagblad hangen.
WAARSCHUWING!
Nieuwe kettingen hebben de neiging om uit te rekken; controleer
relmatig de kettingspanning en pas aan indien nodig.
Zwaard en zaagketting monter-en
•
Draai de borgmoer los en haal de kettingbeschermer af.
•
Het zaagblad is voorzien van een gleuf dat over het tapeinde past. Het
zaagblad bevat tevens een opening die over de kettingspanningspen past.
•
Breng het zaagblad aan op het tapeinde zodat de kettingspanningspen in de
opening vast komt te zitten.
•
Breng de ketting aan op het kettingrad en in de zaagbladgleuf. De
snijschakels aan de bovenkant van het zaagblad moeten naar het uiteinde
zijn gericht, in de draairichting van de ketting.
•
Breng de kettingbeschermer aan op de stokzaag.
•
Span de ketting aan door de kettingspanschroef met de klok mee te
draaien. Zorg dat ketting tijdens het aanpassen in de zaagbladgleuf zit.
•
Breng het uiteinde van het zaagblad omhoog om op doorzakken te controleren.
Laat het uiteinde van het zaagblad los en draai de kettingspanschroef een 1/2 draai
met de klok mee. Herhaal deze handeling totdat de ketting niet langer doorzakt.
•
Houd de lip van het zaagblad omhoog en draai de borgmoer stevig vast.
•
De ketting staat onder de juiste spanning wanneer de ketting aan de
onderkant van het zaagblad niet doorzakt en strak rond het zaagblad zit,
maar nog steeds met de hand kan worden gedraaid zonder vast te zitten.
•
Draai de borgmoer vast.
OPMERKING: Als de ketting te strak is aangespannen, zal het niet draaien. Draai
de borgmoeren van de kettingbeschermer lichtjes los en draai de afstelschroef
voor de ketting een kwartdraai met de klok mee. Breng het uiteinde van de
geleider omhoog en draai de borgmoeren van de kettingbeschermer opnieuw
vast. Zorg dat de ketting tijdens het draaien niet vast komt te zitten.
NL
(zie afb. 6-11)
21
cramer.eu