BFT B EBA Manual De Instalación página 12

NEDERLANDS
Deze kaarten zijn alleen geschikt voor centrales die het
U-link protocol gebruiken.
1) Fig.A. Seriële verbinding Centrales door middel van B
EBA RS 485 LINK kaart
Met deze verbinding kunnen er meerdere centrales
aangesloten worden voor een gecentraliseerde werking
van meerdere automatiseringssystemen. Op deze manier
is het mogelijk om, met één enkele bediening van de
Master centrale, alle op hetzelfde adres aangesloten
automatiseringssystemen te openen of te sluiten. Met het
adresnummer kunnen automatiseringsgroepen gecreëerd
worden, die allemaal afzonderlijk op hun eigen Master
reageren. Ieder Adres kan slechts één Master hebben. De
Master van het adres 0 bestuurt ook de Masters en de Slaves
van de andere Adressen. Let op: de eerste centrale van het
netwerk moet een Master zijn. Maximaal 32 centrales per
netwerk. Zie voorbeeld Fig.A.
BEKABELINGEN NOODZAKELIJK VOOR DE WERKING:
De centrales zijn onderling verbonden met de 3 draden
behorende bij de interface kaarten B EBA RS 485 LINK.
Gebruik uitsluitend een aderpaar van het telefoontype.
Bij gebruik van een telefoonkabel met meerdere paren, is
het absoluut noodzakelijk de draden van hetzelfde paar te
gebruiken (A-B). De kabel tussen twee modules mag niet
langer zijn dan 250m.
INSTELLINGEN NOODZAKELIJK VOOR DE WERKING:
Logica's op
bedieningscentrales
Eerste centrale
van het netwerk:
Seriële modus=1.
Master
Adres = "nummer van het
Master centrales adres waar hij toe behoo
binnen het
netwerk
Seriële modus=0.
Slave
Adres = "nummer van het
Centrales
adres waar hij toe behoort
Seriële modus =0 (indien
Verst
slave) en 1 (indien Master).
afgelegen
Adres = "nummer van het
centrale
adres waar hij toe behoort
2) Fig.B/C. Seriële verbinding U-Link
Met de module B EBA BLUE GATEWAY en B EBA RS 485
GATEWAY kan er een supervisor* met het lokale netwerk
U-link compatibele BFT inrichtingen verbonden worden door
middel van wireless Bluetooth technologie voor UNI BLUE en
door middel van aderpaar RS 485 voor UNI-SER. B EBA BLUE
GATEWAY en B EBA RS 485 GATEWAY moeten met de enige
inrichting van het lokale netwerk met adres 0 verbonden
worden. Iedere inrichting van het net moet een verschillend
adres hebben.
Met een U-link supervisor* kunt u iedere inrichting van het
lokale U-link netwerk adresseren en parameters, instellingen,
zenders en diagnosefuncties bedienen.
Voor de eigenschappen betreffende de supervisor en de
beschikbare functies wordt er verwezen naar de bijbehorende
handleiding.
Het netwerk bestaat uit een inrichting met B EBA BLUE
GATEWAY / B EBA RS 485 GATEWAY module waarmee met
een aderpaar alle andere inrichtingen met seriële U-link
verbonden zijn.
Het minimale netwerk bestaat uit de afzonderlijke inrichting
met adres 0 met B EBA BLUE GATEWAY / B EBA RS 485
GATEWAY module.
BEKABELINGEN NOODZAKELIJK VOOR DE WERKING:
De centrales zijn onderling verbonden met de 3 draden
behorende bij de interface kaarten B EBA RS 485 LINK. Gebruik
uitsluitend een aderpaar van het telefoontype. Bij gebruik
van een telefoonkabel met meerdere paren, is het absoluut
noodzakelijk de draden van hetzelfde paar te gebruiken (A-B).
De kabel tussen twee modules mag niet langer zijn dan 250m.
Let op: als in een centrale het volgende tegelijk verbonden is:
- een B EBA RS 485 GATEWAY kaart en
- een externe ontvanger
• van de PC naar de B EBA RS 485 GATEWAY kaart via adapter 485
• van dezelfde PC naar de externe ontvangstkaart d.m.v. het
gebruik van U-Prog,
moet de externe ontvanger van de door de centrale gelever-
de 24V voeding afgesloten worden Fig. E.
12 - B EBA RS 485 LINK / B EBA BLUE GATEWAY / B EBA RS 485 GATEWAY
MONTAJ KILAVUZU
Eerste centrale van
het netwerk met B
EBA BLUE GATEWAY
module
Eerste centrale van het
netwerk met B EBA RS
485 GATEWAY module
Centrales met
module B EBA RS
485 LINK
Verst afgelegen
centrale met B EBA
RS 485 LINK
3) Fig.D. Seriële verbinding tegenovergestelde vleugels.
Deze aansluiting voorziet de verbinding van twee centrales voor de
centrale bediening van twee tegenovergestelde slagbomen/ hekken.
In dit geval bedient de Master centrale tegelijk het sluiten en
het openen van de Slave centrale.
BEKABELINGEN NOODZAKELIJK VOOR DE WERKING:
- De Master centrale en de Slave centrale zijn onderling
verbonden met de 3 draden behorende bij de interface
kaarten B EBA RS 485 LINK. Gebruik uitsluitend een aderpaar
Instellingen Dip
van het telefoontype. Bij gebruik van een telefoonkabel met
switches op B EBA
meerdere paren, is het absoluut noodzakelijk de draden
RS 485 LINK
van hetzelfde paar te gebruiken (A-B). De kabel tussen twee
DIP1=ON
modules mag niet langer zijn dan 250m.
DIP2=ON
- Alle activeringscommando's, alsook de afstandsbedieningen
DIP3=ON
moeten naar de Master kaart verwijzen;
DIP4=ON
- Alle fotocellen (trusted en niet) moeten op de Master zijn
DIP1=OFF
aangesloten;
DIP2=OFF
- De veiligheidsranden (trusted en niet) van de Master
DIP3=OFF
vleugel moeten op de Master centrale zijn aangesloten;
DIP4=OFF
- De veiligheidsranden (trusted en niet) van de Slave vleugel
DIP1=OFF
moeten op de Slave centrale zijn aangesloten.
DIP2=OFF
DIP3=OFF INSTELLINGEN NOODZAKELIJK VOOR DE WERKING:
- In de Master centrale moeten de logica's Seriële Modus = 3
DIP4=OFF
en Adres = 0 worden geconfigureerd
DIP1=OFF
- In de B EBA RS 485 LINK verbonden met de Master centrale
DIP2=OFF
moeten alle Dip switches op ON staan
DIP3=ON
DIP4=ON
- In de Slave centrale moeten de logica's Seriële Modus = 2 en
Adres = 0 worden geconfigureerd
- In de B EBA RS 485 LINK verbonden met de Slave centrale
moeten de DIP 1 en DIP 2 op OFF staan en de DIP 3 en DIP 4 op
ON
Master
centrale
Slave
centrale
Bedrijfstemperatuur
Max. afstand Bluetooth verbinding:
Tussen B EBA BLUE GATEWAY en wireless
Programmabesturing
Max. afstand kabelverbinding:
Tussen B EBA BLUE GATEWAY/B EBA RS 485
GATEWAY en B EBA RS 485 LINK
-Tussen B EBA RS 485 LINK en B EBA RS 485 LINK
Max. afstand lengte netwerk
Max. aantal inrichtingen op netwerk 485
B EBA BLUE GATEWAY golfband
B EBA BLUE GATEWAY vermogen
Afmetingen
* Een supervisor is een handformaat programmeereenheid of
1
*
2
*
INSTELLINGEN NOODZAKELIJK VOOR DE WERKING:
Logica's op
bedieningscentrales
Seriële modus=0.
Adres = 0.
Seriële modus=0.
Adres = van 1 tot 127
(iedere centrale moet
een verschillend adres
hebben).
INSTELLINGEN NOODZAKELIJK VOOR DE WERKING:
Logica's op
bedieningscentrales
Seriële modus=3.
Adres = 0
Seriële modus=2.
Adres = 0.
TECHNISCHE GEGEVENS
besturingssoftware.
de max lengte van het netwerk kan verlengd worden met behulp
van een repeater RS 485.
het aantal inrichtingen kan verhoogd worden tot 128 met behulp
van een repeater RS 485.
Dip switch
instellingen
DIP1=ON
DIP2=ON
DIP3=ON
DIP4=ON
DIP1=OFF
DIP2=OFF
DIP3=OFF
DIP4=OFF
DIP1=OFF
DIP2=OFF
DIP3=ON
DIP4=ON
Instellingen Dip switches
op B EBA RS 485 LINK
DIP1=ON
DIP2=ON
DIP3=ON
DIP4=ON
DIP1=OFF
DIP2=OFF
DIP3=ON
DIP4=ON
-20°/+50°c
20 m
250 m
1
500 m*
2
32*
2400 - 2483,5 MHz
Max gemiddelde
30mW EIRP
42 x 29 mm (HxL)